2x BME - Les 3 woordsoorten

Programma
Lezen in je leesboek
15 minuten
Uitleg samengestelde zin
5 minuten
Uitleg hoofdzin/bijzin
10 minuten
Oefenen/huiswerk maken
20 minuten
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma
Lezen in je leesboek
15 minuten
Uitleg samengestelde zin
5 minuten
Uitleg hoofdzin/bijzin
10 minuten
Oefenen/huiswerk maken
20 minuten

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Doel van de les
Na deze les weet je wat een samengestelde zin is.
Na deze les kun je een hoofdzin herkennen.
Na deze les kun je een bijzin herkennen.

Slide 3 - Slide

samengestelde zinnen
  • Bestaat uit twee of meer losse zinnen.
  • De losse zinnen worden samengevoegd met een voegwoord. 
  • Samengestelde zinnen hebben 2 of meer persoonsvormen. 

Slide 4 - Slide

Twee zinnen samengevoegd
Ik maak een Tiktokfilmpje en ik plaats een bericht op Instagram.

Deze twee zinnen zijn aan elkaar geplakt met een voegwoord.

Slide 5 - Slide

Twee zinnen samengevoegd
Ik maakte een Tiktokfilmpje en ik plaatste een bericht op Instagram.

Doe de tijdsproef: meer dan 1 PV, dus: samengestelde zin!

Slide 6 - Slide

Hoofdzin en bijzin
Een samengestelde zin heeft altijd een hoofdzin.

Een samengestelde zin kan bestaan uit:
Hoofdzin + hoofdzin
Hoofdzin + bijzin

Slide 7 - Slide

Hoofdzin en bijzin
Zinnen zijn aan elkaar verbonden met voegwoorden:

  • Hoofdzin + hoofdzin > nevenschikkend voegwoord
    (en, (of), maar, want, dus)

  • Hoofdzin + bijzin > onderschikkend voegwoord
    (zoals, (of), omdat, etc.)

Slide 8 - Slide

Nevenschikkende voegwoorden
  • Verbinden gelijkwaardige zinnen. 
  • Deze zinnen kun je onafhankelijk van elkaar gebruiken.
  • Nevenschikkende voegwoorden: en, of, maar, want, dus

Ik moet mijn fiets pakken, dus ik loop naar de schuur.

Als je het voegwoord weglaat, staan er twee goede zinnen.


Slide 9 - Slide

Onderschikkende voegwoorden
  • Verbinden ongelijkwaardige zinnen. 
  • Deze zinnen kun je NIET onafhankelijk van elkaar gebruiken.
  • Onderschikkende voegwoorden: omdat, zoals, of, etcetera...

Ik moet mijn fiets pakken omdat ik naar school moet.

"ik naar school moet" is geen goede zin. Dus: ongelijkwaardig!


Slide 10 - Slide

Oefenen
Maken blok 4 opdracht 5 en 9 (blz 189)

Klaar? Lezen in je leesboek.


Slide 11 - Slide