5.6B Tabel/diagram

5.6B Plaats- tijdstabel en plaats- tijddiagram.
Leerdoelen

  • Je kunt een plaats-tijdstabel maken en invullen.
  • Je kunt een (s, t)-diagram maken.
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5.6B Plaats- tijdstabel en plaats- tijddiagram.
Leerdoelen

  • Je kunt een plaats-tijdstabel maken en invullen.
  • Je kunt een (s, t)-diagram maken.

Slide 1 - Slide

Plaats- tijdstabel en plaats-tijddiagram
Om een rechtlijnige beweging te analyseren kun je een plaats-tijdtabel maken. De gegevens voor zo’n tabel haal je uit een video-opname of een stroboscopische foto. Je moet dan wel weten hoe groot de afstanden op de beelden in werkelijkheid zijn en je moet weten in hoeveel tijd deze afstand is afgelegd. Afhankelijk van hoeveel momenten je uitknipt weet je de tijd van de tussenpozen.
  

Bij de beweging van de basketbal (zie afbeelding hieronder) is de tijdsduur tussen twee opeenvolgende lichtflitsen bijvoorbeeld 0,5s. De plaats van de bal kun je aflezen op de meetlat. Daarbij kijk je steeds naar de rechterkant van de bal, omdat de bal naar rechts beweegt.

Nu je dit weet, kun je de plaats-tijdtabel invullen.
  • De beweging begint bij A. De rechterkant van de bal valt precies samen met de nul op de meetlat. Dus zet je in tabel 1 bij punt A: tijd = 0s en plaats = 0 cm.
  •  Vervolgens lees je af waar de bal is bij B: 3,0cm. Je noteert in de tabel bij punt B: tijd = 0,5s en plaats = 3,0 cm.


Slide 2 - Slide

Nu je dit weet, kun je de plaats-tijdtabel invullen van de rollende bal.


Neem onderstaande tabel over in je schrift/ Word en vul deze verder in.

Slide 3 - Slide

Hoeveel tijd zit tussen punt C en E?

Slide 4 - Open question

Plaats-tijddiagram
Met de gegevens in een plaats-tijdtabel kun je een grafiek van de beweging tekenen. Zo’n grafiek wordt een plaats-tijddiagram of (x,t)-diagram genoemd. De letter x staat hier voor plaats en de letter t voor tijd. In onderstaande figuur is het (x,t)-diagram getekend van de beweging van de rollende bal. Uit een (x,t)-diagram kun je bij elk tijdstip de bijbehorende plaats aflezen, en omgekeerd.

Slide 5 - Slide

Plaats-tijddiagram
De 5 punten die in een grafiek op orde moeten zijn:

  1. Juiste grootheid (met tussenhaakjes de eenheid) op de assen (bv. Tijd (s) )
  2. Gelijke indeling van de getallen op de assen (bv. 0.0 - 1.0 - 2.0 - 3.0 en niet 0.0 - 0.5 - 1.5 - 3.0)
  3. Gebruik van hele grafiekblad / maak een zo groot mogelijke grafiek.
  4. Punten op de juiste plaats
  5. Lijn getrokken met losse pols en potlood. Geen geodriehoek tenzij je weet dat het een rechte lijn is.

Slide 6 - Slide

Afgelegde afstand
Uit een plaats – tijddiagram van een beweging kun je de afgelegde afstand aflezen.

Wat is de afgelegde afstand van de bal tussen tijdstip t = 0 s en tijdstip t = 2,0 s?
Op tijdstip t = 0 s is de afstand 0 cm (aflezen)
Op tijdstip t = 2,0 s is de afstand 37cm (aflezen)
De afgelegde afstand van de bal is dan 37 cm - 0 cm = 37 cm.

De afgelegde afstand is dus altijd het verschil tussen twee meetwaarden.  

Slide 7 - Slide

Welke afstand legde de bal af tussen tijdstip t = 0,5 s en t = 1,0 s?

Slide 8 - Open question

Stroboscopische tekening van een auto.
Gebruik deze voor de volgende opgave.
De afstand is hier weergegeven in meter
De tijd tussen twee opeenvolgende opnames was 0,2 s
Neem de tabel over en vul deze verder in.

Slide 9 - Slide

Welke afstand legde de auto af tussen de tijdstippen t = 0,2 s en t = 1,0 s?

Slide 10 - Open question

Welke afstand legde de auto af tussen de tijdstippen t = 0,8 s en t = 1,2?

Slide 11 - Open question

De bal op liniaal

Slide 12 - Slide

Auto op liniaal

Slide 13 - Slide