Spelling: andere werkwoorden

Welkom 2H
               Spelling

    Cursus 7

§13 Werkwoordsvormen
Voordat we beginnen:

Inloggen op LessonUp

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 2H
               Spelling

    Cursus 7

§13 Werkwoordsvormen
Voordat we beginnen:

Inloggen op LessonUp

Slide 1 - Slide

Doel:  verschillende werkwoordsvormen herkennen in een zin. 
infinitief
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
voltooid deelwoord dat bijvoeglijk is gebruikt

Slide 2 - Slide

Wat is de juiste spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Jij .............. die hond vast lief.
A
vind
B
vint
C
vindt

Slide 3 - Quiz

Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Mijn moeder vroeg of ik mijn huiswerk al gemaakt had.

Slide 4 - Drag question

Onze kat (jagen) graag op muizen, maar hij (doden) ze niet.

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

Slide 5 - Open question

Het (verbazen) me dat je elke zaterdag zo lang (uitslapen).

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:

Slide 6 - Open question

Werkwoordsvorm: infinitief
Een infinitief is een werkwoordsvorm waarin het werkwoord zich niet heeft aangepast aan het getal of de tijd van de zin. 
De infinitief is dus geen persoonsvorm!

Je herkent een infinitief aan: 
  • het is GEEN PV
  • het hele werkwoord 
  • er staat 'te' of 'aan het' voor

Slide 7 - Slide

Het voltooid deelwoord

Slide 8 - Slide

wat is het voltooid deelwoord van regenen?

Slide 9 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van
loslaten?

Slide 10 - Open question

Het onvoltooid deelwoord

Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog gaande is.

Het is dus nog niet voltooid:


Rillend stond ik op de schaatsbaan.

Lachend zwaaide ik naar mijn vriend.

Zittend keken we naar de optocht.

Slide 11 - Slide

Het onvoltooid deelwoord

- maak je door achter het hele werkwoord een -d te zetten.


lachend

fluitend

lopend

knippend


Slide 12 - Slide

Noteer het onvoltooid deelwoord van:

broeden

Slide 13 - Open question

Noteer het voltooid deelwoord van:

rijden

Slide 14 - Open question

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Een voltooid deelwoord kun je ook gebruiken als  bijvoeglijk naamwoord.

Als je een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt, 
schrijf je ze zo kort mogelijk, bijvoorbeeld: 

De verbrande trui  (dus niet: verbrandde)
(verbrande is voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)

Slide 15 - Slide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Voorbeelden: 


Ik heb de foto's vergroot   (voltooid deelwoord ) 

De vergrote foto's  (gebruikt als bijvoeglijk naamwoord ) 


Ik heb koffie gezet (voltooid deelwoord)

De gezette koffie (gebruikt als bijvoeglijk naamwoord)

Slide 16 - Slide

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
geslapen
B
geweest
C
blijven
D
gegeten

Slide 17 - Quiz

Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
(verknippen) De ... broek
A
verknipte
B
verknipten
C
verkniptte
D
verknipt

Slide 18 - Quiz

Voltooid deelwoord of bijvoeglijk naamwoord?

De hond werd UITGELATEN.
A
voltooid deelwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
geen van beiden

Slide 19 - Quiz

Als je een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt, schrijf je het woord ...
A
zo lang mogelijk
B
zo kort en eenvoudig mogelijk
C
als ik-vorm + te/de
D
hetzelfde als in de verleden tijd

Slide 20 - Quiz

Je gaat uit je werkboekje blz. 4 t/m 7 maken

Slide 21 - Slide