3.1 Temperatuur meten

3.1 Temperatuur meten
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1 Temperatuur meten

Slide 1 - Slide

Deze les
Leerdoelen bespreken
Uitleg 3.1
Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt een vloeistofthermometer aflezen.
  • Je kunt graden Celsius omrekenen naar de standaardeenheid voor temperatuur.
  • Je kent de begrippen meetbereik en schaalverdeling bij een thermometer.



Slide 3 - Slide

Celsius
Anders Celsius (1701-1744)

0 graden Celsius is de temperatuur 
waarbij water bevriest

100 graden Celsius is de temperatuur 
waarbij water kookt

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Kelvin
William Thomson / Lord Kelvin

De schaal Kelvin wordt toegepast in de wetenschap.

0 Kelvin is het absolute nulpunt.

Slide 6 - Slide

Absolute nulpunt, Kelvin en Celsius
Kelvin --> Celsius -273
Celsius --> Kelvin +273

Slide 7 - Slide

Vloeistofthermometer
uitzetten: vloeistof stijgt in de stijgbuis

Slide 8 - Slide

Vloeistofthermometer

Slide 9 - Slide

Meetbereik

De schaalverdeling op de thermometer geeft het meetbereik aan. 

Voor elke meting is er een geschikte thermometer. 

Slide 10 - Slide

Verschillen in meetbereik
De soort vloeistof die wordt gebruikt
Een vloeistof die meer uitzet, stijgt meer in de stijgbuis. Dan liggen de getallen op de schaalverdeling verder uit elkaar. Het meetbereik is kleiner, maar de thermometer is wel nauwkeuriger.
De grootte van het reservoir
Bij een groter reservoir kan meer vloeistof uitzetten. Hierdoor stijgt de vloeistof ook meer in de stijgbuis.
De diameter van de stijgbuis
Bij een brede stijgbuis zal de vloeistof minder stijgen. De getallen op de schaalverdeling liggen dichter bij elkaar. Dan is het meetbereik wel groter, maar de nauwkeurigheid is minder.

Slide 11 - Slide

Vloeistofthermometer aflezen
Hoe lees je de temperatuur af op de schaalverdeling?

  1. Tussen welke twee getallen staat de vloeistof?
  2. Hoeveel stappen staan tussen die twee getallen?
  3. Hoeveel °C is elke stap dan?
  4. Hoeveel stappen staat de vloeistof vanaf het laagste getal van stap 1?
  5. Bereken het aantal graden Celsius.




Slide 12 - Slide

Digitale thermometers
Op één decimaal nauwkeurig

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maak de opdrachten die horen bij paragraaf 3.1

Dit is ook het huiswerk voor de volgende les.
timer
5:00

Slide 14 - Slide