3 - Thermometers 1 ZANP

1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Thermometers
Aan het eind van de les:
  • Kunnen we voor ons zien hoe fasen eruit zien
  • Snappen we hoe een thermometer werkt
  • Kennen we verschillende temperatuurschalen

Slide 2 - Slide

Simulatie tijd!

Slide 3 - Slide

Wat gebeurt er met de snelheid als de temperatuur omhoog gaat
A
Deeltjes gaan sneller bewegen
B
Deeltjes gaan langzamer bewegen
C
Deeltjes stoppen met bewegen
D
Er is geen verandering

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er met de positie als de temperatuur omlaag gaat
A
Deeltjes gaan verder uit elkaar
B
Deeltjes gaan dichter bij elkaar
C
Deeltjes vliegen uit de bak
D
Er is geen verandering

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er met het aantal deeltjes als de temperatuur omhoog gaat
A
Er komen er meer bij
B
Er verdwijnen er een paar
C
De deeltjes plakken aan elkaar vast
D
het aantal blijft gelijk

Slide 6 - Quiz

Uitzetten en krimpen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Thermometers

Slide 9 - Slide

Meetbereik en Nauwkeurigheid
- Meetbereik geeft aan welke temperaturen een thermometer kan meten.

Slide 10 - Slide

Meetbereik en Nauwkeurigheid
- Meetbereik geeft aan welke temperaturen een thermometer kan meten.

Slide 11 - Slide

Hieronder zie je een vloeistof thermometer. 
Zet de namen bij de juiste nummers
Schaalverdeling
Stijgbuis
Reservoir

Slide 12 - Drag question

Vul de zinnen aan: 
Als de temperatuur stijgt,
Als de thermometer gevoeliger is 
Als de temperatuur daalt,
Als de stijgbuis wijder wordt 
is de stijgbuis dunner.
zet de vloeistof in het reservoir uit
stijgt de vloeistof minder
zakt het vloeistofniveau in de stijgbuis

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Kelvin Schaal

Slide 15 - Slide

Verwerkingsvragen
Dit is huiswerk
In SOM kan je vinden wanneer dit af moet zijn
De groene vragen zijn optioneel
Naast de LessonUp kan je ook het boek nog eens bekijken

Slide 16 - Slide

Een temperatuur van 20 graden Celsius komt overeen met _______ Kelvin.

Slide 17 - Open question

Een temperatuur van 320 Kelvin komt overeen met een temperatuur van ______ graden Celsius.

Slide 18 - Open question

Een koortsthermometer heeft een bereik van 10 graden Celsius tot 50 graden Celsius
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Het absolute nulpunt bevindt zich bij:
____K
____graden Celcius

Slide 20 - Open question

Door het breder maken van de stijgbuis van een thermometer wordt:
A
Het bereik groter en de nauwkeurigheid kleiner
B
Het bereik groter en de nauwkeurigheid groter
C
Het bereik kleiner en de nauwkeurigheid kleiner
D
Het bereik kleiner en de nauwkeurigheid groter

Slide 21 - Quiz

Sleep het juiste antwoord naar de puntjes waar hij hoort.
a) Een vloeistof die warmer wordt,
b) Een vloeistof die afkoelt, 
c) In het reservoir van een thermometer bevindt zich 
.......................................
.......................................
.......................................
zet uit
krimpt
alcohol
water
zet uit
krimpt

Slide 22 - Drag question