week 50 W3C - Pretérito perfecto

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Leer
  • Pretérito perfecto
  • Hablar del pasado
JUeves, 14 de diciembre
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • Leer
  • Pretérito perfecto
  • Hablar del pasado
JUeves, 14 de diciembre

Slide 1 - Slide

Vamos a leer
Persecusión en Madrid.
Leesvaardigheid

Slide 2 - Slide

Persecución en Madrid
Persecución en Madrid
Welke grammaticaonderdelen uit periode 1 zien jullie terug in de markeringen?

Slide 3 - Slide

Leerdoel: pretérito perfecto

Slide 4 - Slide

Hoe vorm je de pretérito perfecto?

Slide 5 - Mind map

Hoe vorm je het voltooid deelwoord?

Slide 6 - Mind map

Hoe vervoeg je het werkwoord haber?

Slide 7 - Mind map

Vul in de volgende dia's de juiste vorm van de pretérito perfecto in. 

Slide 8 - Slide

trabajar, él

Slide 9 - Open question

comer, nosotros

Slide 10 - Open question

vivir, Carmen y Pepe

Slide 11 - Open question

trabajar, Paco y yo

Slide 12 - Open question

¿entender, tú?

Slide 13 - Open question

estudiar, yo

Slide 14 - Open question

El pretérito perfecto.
Welke hulpwerkwoorden voor de voltooide tijd ken je in het Nederlands?
haber
(yo)
(tú) 
(él/ella/ud) 
(nosotros) 
(vosotros) 
(ellos/ellas/uds.) 
hebben, zijn
voltooid deelwoord
hablar --> hablado
comer --> comido
vivir --> vivido
he
has
ha
hemos
habéis
han

Slide 15 - Slide

  • Tussen de vorm van haber en het voltooid deelwoord mag niets komen te staan!
  • Persoonlijke voornaamwoorden staan voor de vorm van haber:
    vb: me he levantado temprano. - Ik ben vroeg opgestaan.
    vb: Lo ha comprado José. - Die heeft José gekocht. 

Slide 16 - Slide

onregelmatige vormen 
abrir
descubrir
hacer
poner
ver
decir
escribir
ir
ser
volver
morir
romper
pretérito perfecto
abierto
descubierto
hecho
puesto
visto
dicho
escrito
ido
sido
vuelto
muerto
roto

Slide 17 - Slide

Módulo 8 - introducción
  • Ejercicio 3, zet de dialoog in de goede volgorde.
Leerdoel: pret. perfecto
LA: pág.49
Lista de vocabulario 1.1

Slide 18 - Slide

Vamos a leer el texto
LA: pág. 49

Welke pretérito perfecto's staan erin?
Wat is het hele werkwoord?
Introducción unidad 3

Slide 19 - Slide

1. Vertaal:
Estoy muy cansado.
Hay que divertirse.
tampoco
¿Tienes ahí el móvil?
2. Entiendo en quiero --> wat is het hele werkwoord? Wat heb je geleerd over deze werkwoorden?

Slide 20 - Slide

Tarea 1.3
Marcadores del pret. perfecto
Rellena tu lista de vocabulario.
Leerdoel: pret. perfecto
Módulo, pág. 13

Slide 21 - Slide

A practicar
LA: pág. 49 ej. 6
pág. 51 ej. 1, 3
pág. 52 ej. 5, 6
Deberes: leren pret. perfecto
leren voc. 1.1
maken: LE 3.4, 3.5, 3.6

Leerdoel: pret. perfecto

Slide 22 - Slide