Uitspraak- let op woordaccent en verbonden spraak
‘Nu al? Maar we hebben nog een half uur toch?
‘Nee, kom op, we gaan.’
‘Hoe kun jij zo rustig blijven?’
Ik ben echt zo zenuwachtig.’
Nu raak je helemaal in paniek.
Je hebt gewoon examenvrees’,
‘Maar dat heeft toch helemaal geen zin?’,
‘uitgerust’, ‘
Wil je dat echt weten?’, ‘
Je hebt hartstikke veel talent’, ‘