persoonsvorm tt

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Lesoverzicht
- Wie is er wel en wie niet?
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen
- Wat gaan we doen?

Slide 1 - Slide

Verwachtingen
Tijdens de les:
- luister je naar de instructie. Je praat niet door de leerkracht heen.

- doe je actief mee.

- Je let op jezelf.

- Je hebt je spullen bij je.

Slide 2 - Slide

WELKOM!


Nederlands 


- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten!

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?

- samen lezen De zee komt door de brievenbus.

- herhaling persoonsvorm tegenwoordige tijd



Slide 4 - Slide

De zee kwam door de brievenbus

Slide 5 - Slide

herhalen
Ik weet hoe ik de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijf.

Slide 6 - Slide

tegenwoordige tijd
De tijd die NU bezig is.


Slide 7 - Slide

Ik-vorm
Het woord dat in de tegenwoordige tijd achter ik komt te staan:

ik fiets > fiets
ik loop> loop

Slide 8 - Slide

meervoud tegenwoordige tijd
We schrijven het hele werkwoord


Slide 9 - Slide

kijken
vinden
ik vorm
ik kijk

kijk jij?
ik- vorm+ t
jij kijkt

hij/zij kijkt
hele werkwoord
wij kijken
jullie kijken
zij kijken

Slide 10 - Slide

tekenen                      antwoorden              hoesten
ik
                       jij?
jij
hij/zij
wij
jullie
zij/ze

Slide 11 - Slide

Schema werkwoordspelling:
bladzijde 263

Gebruik het schema om de vragen te maken.

Welke deel van het schema gebruik je?

Oefening 2 doen we samen

Slide 12 - Slide