Les 31-05
Cours du 31-05
1 / 13
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Items in this lesson
Cours du 31-05
Slide 1 - Slide
Programme
- Répéter (15 min)
- 'getallen t/m 100'
- On va parler! (15 min)
- Bron G Phrases Clés
- Voca E ( 5 min)
- Au travail! (15 min)
- Bron E
- Afsluiting ( 5 min)
- Devoirs ( 5 min)
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Na de les kun je vertellen of je gezond bent.
Na de les ken je woorden die te maken hebben met sporten.
Slide 3 - Slide
Répéter
Laten we eens de getallen herhalen van 69 t/m 100.
Écris les chiffres:
- quatre-vingt-dix = ____________________
- quatre-vingt-huit =____________________
- soixante-seize =____________________
Slide 4 - Slide
Anwtoorden
Laten we eens de getallen herhalen van 69 t/m 100.
Écris les chiffres:
- quatre-vingt-dix = 90
- quatre-vingt-huit = 88
- soixante-seize = 76
Slide 5 - Slide
Un jeu maintenant -Zeeslag
Iedere speler plaatst zijn 5 schepen in de hokjes (cases) van zijn spelkaart:
- een vliegdekschip (5 hokjes)
- een kruiser (4 hokjes)
- twee onderzeeboten (2 x 3 hokjes)
- een torpedoboot (2 hokjes)
Klaar? Jongste speler begint door een letter-cijfer-combinatie te noemen. Bijvoorbeeld: A85.
De tegenstander kijkt of een van zijn boten op A85 ligt. Er zijn nu twee mogelijkheden:
- Raak! (=Touché!): er ligt een (deel van een) schip op A85. Nu mag degene die aan de beurt was, nog een letter-cijfer-
combinatie noemen, bijvoorbeeld A70. Is het weer raak en zijn alle hokjes van het schip gevonden, dan ben je af.
- Mis! of In het water : het hokje A70 is leeg. Nu mag de andere speler een letter-cijfer combinatie noemen.
Ga net zo lang door totdat één van de twee spelers alle schepen van zijn tegenstander tot zinken heeft gebracht. Die speler heeft gewonnen.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Phrases Clés G
Open je e-book op blz 34-35 (Havo/vwo boek 2B, H5)
Luister en doe mee!
Slide 8 - Slide
On va parler!
Stel jezelf voor, en praat over jouw levenstijl. Gebruik hierbij de zinnen uit de Phrases Clés G. Maak een tekstje van minimaal 5 zinnen.
Voorbeeld:
Je suis en bonne santé; je ne suis jamais malade.
Je fais du sport. Je randonne (wandelen) beaucoup.
Je m'entraine 5 fois par semaine.
Je mange aussi beaucoup de fruit et des légumes.
Na de 10 minuten presenteren we ons verhaal voor de klas.
timer
10:00
Slide 9 - Slide
Vocabulaire E
Open je e-book op bladzijde 41.
Luister en lees mee met de vocabulaire E, van H5.
Slide 10 - Slide
Maintenant, c'est à vous:
Jullie gaan nu oefenen met de vocabulaire van E.
Maak ex. 21 en 22 helemaal
Klaar? Slim stampen voca E.
timer
15:00
Slide 11 - Slide
Afsluiting
Vertellen dat ik een goede gezondheid heb, doe ik zo:
Ik kan 2 woorden opnoemen die te maken hebben met sport. Namelijk:
Slide 12 - Slide
Les devoirs
Maken voor de volgende les:
- leren voca E + phrases Clés G
- maken ex. 21 en 22 helemaal
