GT4 SS Theme 1 grammar 2 en 3

                                           



                                  Stepping Stones  GT4 
                               Theme 1 Grammar 2 & 3
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

                                           



                                  Stepping Stones  GT4 
                               Theme 1 Grammar 2 & 3

Slide 1 - Slide

Doel van deze les-> Theme 1
grammar 2/3
  1. Ik kan de hulpwerkwoorden in het Engels opnoemen
  2. Ik kan een zin vragend maken maken in het Engels mbv hulpwerkwoorden
  3. Ik kan ontkennende vragen maken 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

                        Hulpwerkwoorden
could
would
should
must
may
might
can
have/has
Be: am is are was were
Bij hww kijk je naar de zin of vraag en antwoord je met datzelfde werkwoord

vb> He is ill-> he isn't ill

They would help me if they could

They wouldn't help me if they could

They are happy -> they aren't happy

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

maak vragend
He is a nice boy

Slide 6 - Open question

Maak vragend
Celia can play the guitar

Slide 7 - Open question

Maak vragend
They like children

Slide 8 - Open question

Bij de hulpwerkwoorden : could, would, should, must, may, might, can, have, BE: am, is , are, was, were
gebruik je hetzelfde werkwoord om een vraag of ontkenning te maken
Bij ALLE andere ww heb je to do nodig om een vraag of ontkenning te maken
vb. She likes dogs  het hele ww = like dit is geen hww
dus heb je do nodig om een vraag of ontkenning te maken
Does she like dogs?

Slide 9 - Slide

Maak vragend
The children always run to school

Slide 10 - Open question

stap 1-> zoek het ww = run -> dit is GEEN hww dus heb je do nodig

The children kun je vervangen door they
Do the children always run to school?

als je deze zin vragend ontkennend wil maken maak er don't  van dus:
Don't the children always run to school?

Slide 11 - Slide

Maak vragend:
He went to school

Slide 12 - Open question

He went to school
stap 1 -> in welke tijd staat de zin? verleden tijd 
stap 2-> zoek het ww = went
stap 3-> wat is het hele ww? -> go
stap 4-> is dit een hww? nee dus je hebt do nodig maar wel in de vt -> did

Did he go to school? 

als je do of did hebt gebruikt dan is het ww daarna altijd het hele ww 

Slide 13 - Slide

Maak vragend ontkennend
Did he go to school?

Slide 14 - Open question

Maak vragend
She sometimes goes by bus

Slide 15 - Open question

She sometimes goes to school
stap 1 -> in welke tijd staat de zin? TT
stap 2 -> wat is het hele ww? GO
stap 3 -> is dit een hww? nee dus heb je do nodig

Does she sometimes go to school? je gebruikt het hele ww na do/does

Slide 16 - Slide

Maak vragend ontkennend
Does she sometimes go to school?

Slide 17 - Open question

Maak vragend ontkennend
Peter ate a sandwich

Slide 18 - Open question

Peter ate a sandwich

stap 1 -> in welke tijd staat de zin? VT
stap 2 -> wat is het hele ww? eat
stap 3-> is dit een hww? nee dus je hebt do nodig maar in de VT dus Did 
stap 4 -> welke persoon zie je? Peter = he
stap 5 -> maak de zin vragend en daarna vragend ontkennend
Did he eat a sandwich?
Didn't Peter eat a sandwich?


Slide 19 - Slide

Maak vragend ontkennend
Ryan gave Sheila a kiss

Slide 20 - Open question

Sheila should go to the doctor
stap 1 ->welke tijd of hww? ja -> should is hww
stap 2 -> maak vragend -? should Sheila go to the doctor?
stap 3->maak vragend ontkennend -> shouldn't Sheila go to the doctor?
Ryan gave Sheila a kiss
stap 1 -> welke tijd? VT
stap 2 -> wat is het hele ww? give -> is geen hww dus do nodig
stap 3-> Ryan is een  dus he dus -> 

vragend -> Did Ryan give Sheila a kiss?
vragend ontkennend> Didn't Ryan give Sheila kiss


Slide 21 - Slide

Maak vragend ontkennend
The boys sat on a bench during the break

Slide 22 - Open question

The boys sat on a bench during the break
stap 1 -> tijd= vt 
stap 2 -> hele ww = sit -> geen hww dus do nodig = did
stap 3->the boys = they
vragend = did the boys sit on the bench during the break
vragend ontkennend = Didn't the boys sit on a bench during the break

Slide 23 - Slide