Herhaling H5

Herhaling H5
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling H5

Slide 1 - Slide

Programma
  • Aan de slag
  • Oefenen voor de toets
  • Film  

Slide 2 - Slide

De tijd van steden en staten was van...
A
750-1250
B
1250-1500
C
1000-1500
D
1500-1750

Slide 3 - Quiz

Hoe kon je boete doen voor je zonden?
A
Pelgrimsbocht
B
Geld aan de kerk geven
C
Pelgrimstocht
D
Meevechten als de stad aangevallen werd

Slide 4 - Quiz

Wanneer mag iemand zelf een bedrijfje starten in een stad?
A
Als diegene van adel is.
B
Als deze lid is van de gilde in de stad.
C
Alleen de burgermeester mag een bedrijf beginnen.
D
Als er genoeg handel is in de stad.

Slide 5 - Quiz

Wie was de baas van de politie?
A
de schout
B
de rakker
C
de schepenen
D
de burgermeester

Slide 6 - Quiz

Hoe heet in de middeleeuwen een politieman?
A
schout
B
rakker
C
burgemeester
D
schepenen

Slide 7 - Quiz

Wie was de rechter in de middeleeuwse stad?
A
schepenen
B
schout
C
rakker
D
burgemeester

Slide 8 - Quiz

Wat is een ambacht?
A
Een beroep waarbij je op kantoor zit
B
Een functie in het leger
C
Een beroep waarbij je 1 onderdeel van een product maakt.
D
Een beroep waarbij je een product met de handen maakt

Slide 9 - Quiz

Lees de twee stellingen.

1 Het gilde controleerde de kwaliteit van de producten en bepaalde de prijs ervan.
2 Als een gildelid ziek was, zorgden de andere leden voor hem en zijn gezin.

A
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
B
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.
C
Stelling 1 en 2 zijn allebei juist.
D
Stelling 1 en 2 zijn allebei onjuist.

Slide 10 - Quiz

Waarom gaf een graaf graag stadsrechten aan een plaats in zijn gebied?
A
dan kreeg hij veel geld en elk jaar belasting
B
dan hoefde hij het niet meer te besturen
C
de stad ging anders oorlog voeren tegen hem
D
de stad ging hem dan helpen als er oorlog was

Slide 11 - Quiz

Wat was geen ambacht?
A
bakker
B
bierbrouwer
C
metselaar
D
handelaar

Slide 12 - Quiz

Wat was geen ambacht?
A
mandenmaker
B
wielmaker
C
boer
D
timmerman

Slide 13 - Quiz

De Hanzesteden zijn een groot netwerk op het gebied van handel. Wat is een voordeel van de Hanze?
A
Geen tol voor andere Hanzesteden.
B
De Hanze steden werken samen
C
samen reizen voor veiligheid
D
De hanze heeft geen voordelen

Slide 14 - Quiz

Hoe heet de grote, versierde kerk die in de stad?
A
Kathedraal
B
Admiraal
C
Kapel
D
Basiliek

Slide 15 - Quiz

Van wie was de kathedraal?
A
bisschop
B
monnik
C
graaf
D
hertog

Slide 16 - Quiz

Welke grote verandering kwam er naar 1400?
A
Flashkruit
B
Buskruit
C
Carbid
D
Salpeterzuur

Slide 17 - Quiz

Welke acht woorden passen bij een middeleeuwse stad?
Sleep ze naar het kasteel toe.
Smalle straatjes
Druk
Rustig
Stadsmuur
Klein
Koopman
Groen park
Flats
Schoon
Vies
Burgemeester
Gilden

Slide 18 - Drag question


Je ziet hier het stadhuis in Gouda uit de 15e eeuw.
Wie (welke groep mensen) past de bron?
A
Burgers
B
Paus
C
Een heer
D
Rijke industriëlen

Slide 19 - Quiz

Welke norm is een norm van de middeleeuwse kerk?
A
Doen waar je zin in hebt
B
Zoveel mogelijk geld verdienen
C
Veel op reis gaan
D
Op zondag naar de kerk gaan

Slide 20 - Quiz

Waarom werden torens van kerken zo hoog mogelijk gebouwd?
A
Zodat iedereen de kerk kon zien
B
Omdat bisschoppen zich machtig voelden
C
Om te laten zien hoe groot de stad was
D
Om zo dicht mogelijk tot God te staan

Slide 21 - Quiz

Een stad omsingelen en uithongeren noem je...
A
Aanvallen
B
Plunderen
C
Belegeren
D
Ondermijnen

Slide 22 - Quiz

Wat was een gevolg van het gebruik van kanonnen?
A
De stadsmuur werd belangrijker
B
Pijl en boog werden belangrijker
C
Legers waren niet meer nodig om de stad te verdedigen.
D
De stadsmuur werd minder belangrijk

Slide 23 - Quiz

Sleep de zes blauwe zinnen naar de juiste gele kolom:
Oorzaken van de Pest:
Gevolgen van de Pest:
Een vlo zuigt het bloed op van een besmette rat.
Jodenhaat wordt steeds extremer.
Je krijgt zwartgekleurde builen, koorts, spierpijn en hoofdpijn. 
Heksen worden vervolgd.
Pestdokters dragen snavelachtige maskers.
Steden hadden geen rioleringen

Slide 24 - Drag question