2425 8.5 Geluidshinder 2BK

• Science
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

8.5 Geluidshinder

Klaar zetten:

Magister

Boekje

Lesson-Up

Post-its

Gitaar

Stemvork met haak en bakje zand

Boodschap bij de deur:

Ga rustig zitten, pak je chromebook en leg deze DICHT op tafel.

Wat gaan we doen vandaag?

• Terugblik vorige les                15 min
• Leerdoelen                                  5 min
• Uitleg 8.4 Geluidssterkte     10 min
• Opdr. 1 t/m 12 van 8.3             20 min
• Afsluiten                                        5 min

Uitleggen wat we gaan doen en hoe lang dit duurt. Aangeven dat de uitleg zo kort mogelijk is, zodat leerlingen opdrachten tijdens de les kunnen maken.

8.3 Muziekinstrumenten

De frequentie geeft aan hoe vaak een geluidsbron in een seconde heen en weer trilt. Dit meet je in Hertz.

Een geluid met een frequentie van 10 Hertz 

trilt 10 x in één seconde.

Een geluid met een frequentie van 25 Hertz 

trilt 25 x in één seconde.

Voorlezen dia

Geluidsfragment 1: 2:53

Geluidsfragment 2: 2:14

Onthou: 

langzaam = laag

snel = hoog

Plaatje uitleggen met stemvork met haak en een bakje zand

Deze trilling kan je met een oscilloscoop zichtbaar maken. Op die oscilloscoop zitten allerlei knoppen en daarmee kan je het beeldscherm instellen. Bij opdracht 12 en 14 moet je dus goed opletten op hoeveel seconden het scherm staat ingesteld. 

8.3 Muziekinstrumenten

Lage tonen trillen langzaam → lage frequentie

Hoge tonen trillen snel→ hoge frequentie

Het frequentiebereik van mensen in 20 - 20.000 Hz

8.4 Geluidssterkte

De geluidssterkte (het volume) geeft aan hoe hard een geluid is. 

De eenheid van geluidssterkte is decibel (dB).

Je meet de geluidssterkte met een decibelmeter.

Terugblik vorige les

Quizje

Je hoeft je niet aan te melden bij Lesson-Up maar houdt de goede letter omhoog.

Wisbordjes

Mensen kunnen een
frequentie van 100Hz

1. wel horen
2. niet horen

Een geluidstrilling heeft een bepaalde frequentie.
Welke eenheid gebruik je voor de frequentie?

1. dB
2. Hz
3. mm
4. m/s

Wat is frequentie?

1. De snelheid van het geluid
2. Het aantal trillingen dat een geluidsbron per seconde maakt
3. De weerkaatsingen van geluid

Hoe hoger de frequentie hoe ...... het geluid

1. Harder
2. Hoger
3. Lager
4. Zachter

Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...

1. Omhoog
2. Omlaag
3. Verandert niet

Een hoger geluid heeft een ......
frequentie dan een lager geluid.

1. hogere
2. lagere

De geluidssterkte geef je aan met

1. decibel
2. Hertz

Met een decibelmeter meet je:

1. de hoogte van het geluid
2. de sterkte van het geluid
3. de hoogte en de sterkte van het geluid

Welke geluidssterkte geeft de decibelmeter aan?

1. 70 dB
2. 110 dB

Wat is de stand van
de decibelmeter op
de afbeelding?

1. 40 dB
2. 80 dB

8.5 Geluidshinder

Klaar zetten:

Magister

Boekje

Lesson-Up

Post-its

Gitaar

Stemvork met haak en bakje zand

Boodschap bij de deur:

Ga rustig zitten, pak je chromebook en leg deze DICHT op tafel.

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven wat de gehoordrempel is.
  
• Je kunt de hoogte van de pijngrens noemen in decibel.
  
• Je kunt beschrijven vanaf hoeveel decibel een geluid gehoorschade kan veroorzaken als je er te lang naar luistert.
  
• Je kunt uitleggen waarom je in sommige situaties gehoorbeschermers moet dragen.
  
• Je kunt uitleggen wat geluidshinder is.
  
• Je kunt voorbeelden noemen van maatregelen tegen geluidshinder bij een drukke autoweg.

Leerdoelen alleen doorlezen aangeven dat we aan het eind van de les checken of ze dit ook echt kunnen.

8.5 Geluidshinder

De gehoordrempel is het 

moment wanneer geluid 

hard genoeg is om te horen. 

De pijngrens is het

moment wanneer geluid

pijn begint te doen aan je oren. 

8.5 Geluidshinder

Geluid

- Hinderlijk geluid

- Schadelijk geluid

Bescherming

- Gehoorbeschermers

- Geluidswal of geluidsscherm

Aan de slag:

Maak opdr. 1 t/m 17 van 8.5 van nova. 

Klaar? Laat dit bij je docent checken!

Ga aan het werk met de opdrachten. Deze heb je in de les af, zo niet in je eigen tijd inhalen. Test jezelf wordt huiswerk.

Eerste 5 min zelfstandig werken, dus niet overleggen, daarna zachtjes fluisteren.

Samenvatting

Lees door.

Afsluiten

Schrijf op een post-it:

1.  Iets dat jij deze les hebt geleerd
2. Één vraag die jij nog hebt over de lesstof.

Plak de post-it op het bord.

Leerlingen vullen post-it in en plakken op het bord. Evt. met de klas doornemen.

Afsluiten

Wat heb jij deze les geleerd?

Leerlingen vullen post-it in en plakken op het bord. Evt. met de klas doornemen.