• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Bijvoeglijk naamwoord in naamwoordelijk gezegde

Leerdoelen
  • Ik kan het naamwoordelijk gezegde in een zin herkennen.
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord in het naamwoordelijk gezegde herkennen.
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen
  • Ik kan het naamwoordelijk gezegde in een zin herkennen.
  • Ik kan het bijvoeglijk naamwoord in het naamwoordelijk gezegde herkennen.

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog over het nwg?

Slide 2 - Mind map

Naamwoordelijk gezegde
  • Er staat een koppelwerkwoord in de zin.
  • Een koppelwerkwoord koppelt een eigenschap/kenmerk aan het onderwerp.
  • Nwg bestaat uit werkwoordelijk deel (alle ww) en een naamwoordelijk deel (de eigenschap/het kenmerk).

Slide 3 - Slide

Wat is het nwg?

Hij is docent geworden.
A
Is geworden
B
Hij is geworden
C
Is docent geworden

Slide 4 - Quiz

Hij is docent geworden
Stap 1: Zoek alle ww in de zin.
Stap 2: Meerdere ww? Kies eerst het hulpwerkwoord.
Stap 3: Blijft er een ww over? Kies uit zelfstandig werkwoord of koppelwerkwoord. Oftewel: wwg of nwg.
Stap 4: Alle ww samen = werkwoordelijk deel.
Stap 5: Kenmerk/eigenschap = naamwoordelijk deel.
Stap 6: Werkwoordelijk deel + naamwoordelijk deel = naamwoordelijk gezegde.

Slide 5 - Slide

Mijn laptop is kapot.
Stap 1: Zoek alle ww in de zin: is
Stap 2: Meerdere ww? Kies eerst het hulpwerkwoord.
Stap 3: Blijft er een ww over of staat er maar één ww in? Kies uit zelfstandig werkwoord of koppelwerkwoord. Oftewel: wwg of nwg. kww
Stap 4: Alle ww samen = werkwoordelijk deel. is
Stap 5: Kenmerk/eigenschap = naamwoordelijk deel. kapot
Stap 6: Werkwoordelijk deel + naamwoordelijk deel = naamwoordelijk gezegde. is kapot

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Kenmerk/eigenschap in nwg is vaak bvn.

Mijn laptop is kapot.
Want: de kapotte laptop.
Zelfstandig naamwoord

Kenmerk/eigenschap in nwg is vaak znw.

Hij is docent geworden.
Want: de docent.

Slide 7 - Slide

Verliefd = bvn of znw?

Onze buurjongen is verliefd geworden op mijn zusje.
A
Bvn
B
Znw

Slide 8 - Quiz

Tandarts = bvn of znw?

Dat meisje wordt later tandarts.
A
Bvn
B
Znw

Slide 9 - Quiz

Naamwoordelijk gezegde
  • Koppelt eigenschap aan onderwerp.
  • Die eigenschap is meestal een bvn of een znw.
  • Dit bvn of znw is dus het naamwoordelijk deel.

Mijn laptop is kapot                        Zij wordt tandarts.
Werkw.deel = is                                  Werkw.deel = wordt
Naamw.deel = kapot (=bvn)         Naamw.deel = tandarts (znw)

Slide 10 - Slide

More lessons like this

Naamwoordelijk gezegde (2)

December 2024 - Lesson with 22 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Grammatica KWW+NWG deel 2

June 2024 - Lesson with 30 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Naamwoordelijk gezegde

December 2024 - Lesson with 16 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

kww les 2

September 2018 - Lesson with 29 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Grammatica: redekundig (les 9)

October 2019 - Lesson with 21 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Herhalen zinsdelen, uitleg naamwoordelijk gezegde (Gram. H4)

April 2018 - Lesson with 12 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

HVG2 - wwg/nwg en lv

October 2023 - Lesson with 11 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Week 20 les 2 H4: nakijken 1 en 2 Gram., uitleg nwg

May 2020 - Lesson with 14 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings