1.2 Kritische Denkvaardig-heden

Kritische denkvaardigheden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ICTVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kritische denkvaardigheden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

LEERDOELEN
Aan het einde van deze les:

  • Weet je wat kritisch denken is en welke kritische denkvaardigheden er zijn;
  • Weet je hoe je informatiebronnen op betrouwbaarheid checkt.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

WAT IS WAARHEID?
Op reis.. of toch niet?

Lees het artikel:

  


Slide 3 - Slide

https://www.ad.nl/tech/amsterdamse-misleidt-vrienden-met-tropische-schijnreis~afc03eab/?referrer=https://inloggen.learnbeat.nl/activities/show/8718229/669745/0

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Zou jij je vakantie faken op sociaal media?
Ja
Nee
Misschien

Slide 6 - Poll

This item has no instructions

KRITISCH DENKEN
Wat is kritisch denken?
Kritisch denken is het proces om te komen tot een grondig oordeel.
Dat oordeel is onderbouwd met betrouwbare informatie.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is kritisch denken?
A
Kijken waarom je eigen mening het beste is
B
Kijken op facebook of mensen het met je eens zijn
C
Zelfstandig nadenken om tot een betrouwbaar oordeel te komen
D
Vragen aan familie of vrienden

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

"Als je kritische denkvaardigheden toepast krijg je minder snel ruzie".
Waar
Niet waar

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is Redeneren?
  • Als je een reden geeft voor iets wat je vindt, is dat een argument.
  • Hoe je daarna tot een mening komt, heet een redenering.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Facebook

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat vind je van het argument dat deze mevrouw geeft?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Is deze mevrouw goed in kritisch denken?
A
Nee, zij wil namelijk op Wilders stemmen.
B
Nee, zij heeft geen bron onderzoek gedaan.
C
Ja, zij heeft haar informatie van een bekende site.
D
ja, maar dat wil niet zeggen dat ik het er mee eens ben.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

WANNEER IS EEN BRON BETROUWBAAR?
→ Kijk naar de volgende dingen:

  • Wie is de eigenaar van de website?
  • Wie heeft het geschreven?
  • Kun je vragen stellen?
  • Wat is het doel van de website?
  • Is de tekst duidelijk en netjes geschreven?
  • Zijn er verwijzingen naar andere bronnen?

Slide 15 - Slide

zoek met de leerlingen een willekeurig nieuws/informatie website. en loop met hun de volgende stappen door. 
VRAAG JE AF: WAAROM?
Stel jezelf kritische vragen bijvoorbeeld:
  • Is dit waar?
  • Waarom is dat zo?
  • Is dat een feit of een mening?
  • Zijn de feiten te bewijzen?
  • Hoe komt iemand tot zijn conclusie?
  • Waarom is dit belangrijk?
  • Komt deze informatie van een betrouwbare bron?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

FEITEN EN MENINGEN
Wat is het verschil?
Een mening is van iemand, persoonlijk. Je kunt deze niet controleren of checken. Je kunt je mening wel veranderen, bijvoorbeeld als iemand met goede argumenten komt.
Een feit is controleerbaar. Je kunt dit bewijzen, maar je kunt een feit niet veranderen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Mannen kunnen beter auto rijden dan vrouwen
A
mening
B
feit

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

In 2019 vielen er in Nederland 661 verkeersdoden
A
mening
B
feit

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De zomer is het beste seizoen van het jaar
A
Feit
B
Mening

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een mannelijke ballerina heet een ballerino
A
Mening
B
Feit

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Zijn er nog vragen?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions