Bijeenkomst 2 def

• Burgerschap
• Middelbare school
• vmbo lwoo, vwo
• Leerjaar 4

Bijeenkomst 2 

Agenda van vandaag

Ochtend

- terugblik op de vorige keer

- context-pitches in groepjes

-  Leon Anastagasti over AI in het onderwijs

12:00 pauze

Middag

- in groepen werken aan de visie

- Doelgericht burgerschapsonderwijs

Welke waarden zijn af te leiden uit de wet op burgerschap?

1. Vrijheid, diversiteit en inclusiviteit
2. Vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit
3. Vrijheid, solidariteit en duurzaamheid
4. Vrijheid, diversiteit en verdraagzaamheid

Scholen moeten een visie hebben op burgerschap. Wat nog meer?

1. Beleid. Verder is het aan scholen zelf.
2. Een uitgebreide beschrijving over hoe BU verantwoord wordt
3. Het vak burgerschap moet aangeboden worden.
4. Een samenhangend en doelgericht aanbod

De verantwoordelijkheid voor burgerschap moet liggen bij:

1. De coördinator/kartrekker
2. Docenten met kennis rondom BU-thema's
3. Al het personeel
4. De directie

Mag burgerschap als vak aangeboden worden?

1. Ja
2. Nee

Burgerschap kan per school heel verschillend aangeboden worden

1. Waar
2. Niet waar

De bouwstenen zijn bindend

1. Waar
2. Niet waar

De context-pitches

In groepen van 4 

(5min per persoon, bevraag elkaar!)

Wie zijn je leerlingen?

Wat hebben zij nodig?

En wat betekent dat voor het burgerschapsonderwijs dat bij jou op school vormgegeven moet worden?

Aan de hand van vragen...

...die je met elkaar bespreekt, gaan we aan de slag met de visie

Je bespreekt de vragen in groepen en schrijft voor jezelf op wat de uitkomst betekent voor jou

Onder de hoofdvraag staan steeds sub-vragen die helpend kunnen zijn om een goed antwoord te kunnen formuleren.

Waar maak je je zorgen om? (in relatie met de context)

Welke uitdagingen of problemen zie je regelmatig bij jouw leerlingen, zowel op school als daarbuiten?

(Bijv. gedrag, sociale vaardigheden, invloed van thuisomgeving)

Hoe beïnvloeden deze problemen het leerproces en de sfeer op school?

(Bijv. aandacht voor lessen, groepsdynamiek, motivatie)

Welke vaardigheden, kennis of ondersteuning missen leerlingen mogelijk om deze uitdagingen beter aan te kunnen?

(Bijv. zelfvertrouwen, weerbaarheid, kritische denkvaardigheden)

Wat hebben jouw leerlingen nodig om democratische burgers te worden?

Wat weten jouw leerlingen nog niet over hoe onze samenleving en democratie werken?

(Bijvoorbeeld: hoe beslissingen worden gemaakt, wat hun rechten en plichten zijn)

Welke vaardigheden hebben jouw leerlingen nodig om goed mee te kunnen doen in de maatschappij?

(Bijvoorbeeld: leren samen te werken, leren luisteren naar anderen, omgaan met meningsverschillen)

Welke ervaringen kunnen jouw leerlingen helpen om zich meer betrokken te voelen bij de samenleving?

(Bijvoorbeeld: voorbeelden van mensen die iets voor de buurt doen, projecten waar ze aan kunnen meedoen, praten over actuele onderwerpen)

Wat heeft jouw school nodig om een democratische oefenplaats te zijn?

Welke dingen kunnen we op school doen om leerlingen te laten ervaren hoe democratie werkt?

(Bijvoorbeeld: inspraak bij regels, klasvergaderingen, projecten waarbij ze samenwerken)

Wat heeft het team nodig om leerlingen te begeleiden in democratisch gedrag?

(Bijvoorbeeld: training in gespreksvoering, werken aan een veilige sfeer, afspraken over omgaan met verschillen)

Welke aanpassingen of middelen zouden helpen om democratisch gedrag en betrokkenheid in de school te versterken?

(Bijvoorbeeld: een leerlingenraad, meer ruimte voor discussie in de les, gezamenlijke projecten in de buurt)

Welke waarden zijn voor jouw school en voor het burgerschapsonderwijs belangrijk

Welke waarden wil je dat leerlingen meenemen in hun gedrag op school?

(Bijvoorbeeld: naastenliefde, eerlijkheid, verantwoordelijkheid)

Welke waarden vind je belangrijk voor hoe leerlingen met elkaar en met anderen omgaan?

(Bijvoorbeeld: vriendelijkheid, begrip, samenwerking)

Welke waarden helpen leerlingen om straks goed mee te doen in de samenleving?

(Bijvoorbeeld: openheid, betrokkenheid, rechtvaardigheid)

Zijn deze waarden in lijn met de waarden die kenmerkend zijn voor jouw school?

Welke waarden worden nu al zichtbaar in hoe mensen zich op school gedragen en met elkaar omgaan?

(Bijvoorbeeld: zie je respect, openheid, samenwerking in de schoolomgeving?)

Komen de waarden die we voor burgerschap belangrijk vinden overeen met wat leerlingen dagelijks ervaren op school?

(Bijvoorbeeld: is er een veilige en respectvolle sfeer waarin iedereen wordt gehoord?)

Zijn er waarden in het burgerschapsonderwijs die misschien nog extra aandacht nodig hebben binnen onze school?

(Bijvoorbeeld: als eerlijkheid belangrijk is, hoe zichtbaar is dat nu in de dagelijkse praktijk?)

Kunnen jouw collega's aan de slag met burgerschap?

Hebben jouw collega’s de kennis en vaardigheden die nodig zijn om burgerschapsonderwijs te geven?

(Bijvoorbeeld: weten ze hoe ze gesprekken over maatschappelijke thema’s kunnen begeleiden?)

Voelen je collega’s zich betrokken en gemotiveerd om met burgerschap bezig te zijn?

(Bijvoorbeeld: zien ze het belang ervan in en hebben ze er interesse in?)

Welke ondersteuning of middelen hebben je collega’s nodig om burgerschap goed in hun lessen toe te passen?

(Bijvoorbeeld: training, voorbeeldmateriaal of tijd voor overleg over burgerschapsonderwerpen)

En: wat doe je om in kaart te brengen en te houden hoe dit ervoor staat?

Je hebt nu een visie

Wat nu?

Collega's

Weten collega's wat burgerschap is?

Kunnen zij wat jij wil?

Heeft de visie draagvlak en goedkeuring?

- Schoolleiding?

- Medezeggenschapsraad?

- Past het bij je (bijzondere) identiteit?

Uit je visie haal je waarden of thema's

deze geven richting aan je burgerschapsonderwijs

Welke waarden kunnen bij jou gelden als bouwstenen?

Op basis van die waarden kun je bouwen aan burgerschap

Belangrijk is wel: wat wil je bereiken bij deze waarden. Hiervoor zijn doelen nodig.

Doelgericht maken

Wat moeten leerlingen weten en kunnen als ze de school verlaten?

De visie van de school moet richting geven aan de doelen.

Doelgericht maken

- Alle aspecten uit de visie moeten doelgericht zijn.

- Er zijn kennisdoelen, vaardigheidsdoelen en attitudedoelen.

- In de doelen is aandacht voor de democratische rechtstaat.

- De doelen zijn specifiek per vak/leerjaar/afdeling

Op die manier kun je gaan bouwen aan een leerlijn

Formuleer voor 2 waarden einddoelen

SLO:

Een leerlijn is het geheel van tussendoelen en inhouden die toewerken naar einddoelen!

Hoe kom je nu tot die tussendoelen? 

Dat is toch super veel werk?

Wat doen je collega's nu al?

Projecten

Mentoraat + decanaat

Projecten als 'gezonde school' etc.

Inventariseer bij collega's wat er nu al gedaan wordt.

Hoe doe je dit?

Enquete

Overleg met sleutelfiguren in de school.

Decanen, coordinatoren, mentoren etc.

Doe dit adhv de thema's uit je visie. Zo kun je gericht vragen. 

Opdracht voor de volgende keer

Haal centrale waarden/thema's/bouwstenen uit je visie

Je doelen zijn af. Je inventariseert wat er gedaan wordt aan burgerschap. (op basis van wat voor jou burgerschap is)

Je hebt in kaart gebracht of er bij jullie op school behoefte is aan ondersteuning

Vragen en evaluatie?