thema 1 regeling bs 6 spieren en beweging

Regeling
Thema 1
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Regeling
Thema 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welk woord hoort het meest bij impulsoverdracht?
A
actiepotentiaal
B
Na-K-pomp
C
axon
D
synaps

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort het meest bij impulsgeleiding?
A
actiepotentiaal
B
acetylcholine
C
neurotransmitter
D
postsynaptisch membraan

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

welk onderdeel van ons zenuwstelsel activeert onze spieren?
A
animaal
B
orthosympatisch
C
parasympatisch
D
autonoom

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

waar start de impuls om je skeletspieren te bewegen?
A
motorische cortex
B
sensorische cortex

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

welk type zenuwcel wordt gebruikt?
A
sensorisch
B
schakel
C
motorisch

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

welke neurotransmitter wordt gebruikt om het signaal naar de spier door te geven?
A
glutamaat
B
acetylcholine
C
nicotine
D
GABA

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

beschrijf hoe een motorische zenuwcel eruit ziet. Of teken hem voor jezelf en maak een foto

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

LEERDOELEN
1.6 spieren en beweging
* je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven 
                       * drie typen weefsel
                       * bouw spier
                       * samentrekking spier
* je kunt de effecten van doping en training beschrijven
* je kunt de uitvoering van een onderzoek en conclusies evalueren


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

spieren en beweging
even armpje drukken :)
wie durft tegen wie? 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

spieren en beweging
wat gebeurt er op het niveau van..
organen
weefsel
cel

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

spierweefsel
dwarsgestreept spierweefsel
* bewust te besturen
- skeletspieren, huidspieren

glad spierweefsel
* langwerpige cellen, actine en myosine niet gerangschikt

hartspierweefsel
fibrillen liggen niet naast elkaar in vezel

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aansturing 
Axon v/e motorische neuron prikkelt de motorische eindplaat van een spier (contactpunt)

Hierdoor worden de spiervezels geprikkeld om samen te trekken (actine en myosine schuiven in elkaar)

Alles of niets (te weinig impulsen = geen contractie)


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aansturing 
Des te minder spiervezels aan één motorische eenheid, des te preciezer de beweging die je kunt maken

Spierspanning - een aantal motorische eenheden zijn altijd gespannen, hierdoor blijf je in evenwicht/ gaat je gezicht niet hangen


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

groen: actine
paars: myosine

Waar in de BINAS kan je hier iets over vinden?

Slide 21 - Slide

De beweging die myosine maakt is te vergelijken met de beweging van roeiers in een roeiboot (zie ook 90C in Binas). Het in elkaar schuiven van de actine en myosine heeft als gevolg dat de hele myofibril verkort. Een spiervezel verkort wanneer alle myofibrillen tegelijk verkorten. Een spierbundel trekt samen als meerdere spiervezels samentrekken. Op deze manier kan jij je spieren gebruiken.
Wat zijn myosine en actine voor biomoleculen?
A
koolhydraten
B
vetten
C
vitaminen
D
eiwitten

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

actine 
myosine 
tropomyosine 
troponine 

Slide 28 - Slide

Deze verbinding komt tot stand wanneer er calcium vrijkomt in de myofibril. Rond de myofibrillen bevindt zich een specifiek soort endoplasmatisch reticulum, dat voorziet in het benodigde calcium. Calcium komt het lichaam binnen via voedsel. Het opnemen van calcium is een actief proces. Het afgeven van calcium is nodig om de samentrekking van spieren mogelijk te maken. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Antagonisten
tegengestelde werking maar wel tegelijkertijd

een spier heeft een andere spier nodig om te kunnen ontspannen

als duo werken ze samen


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Spier
Spiervezel
Pees
Spierbundel

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

Bekijk afbeelding 1. Wat gebeurt er met de voet als spier P zich samentrekt?
Sleep het cijfer A of B naar de afbeelding

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Slide 40 - Link

This item has no instructions

Beschrijf hoe een spier wordt geactiveerd door het animale zenuwstelsel

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Slide 43 - Video

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions