H6.3 | De kerkhervorming

H6.3 | De kerkhervorming

opdrachten 1 t/m 4 
Welke kritiek hadden Luther en Calvijn op de Kerk?
1 / 46
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 46 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6.3 | De kerkhervorming

opdrachten 1 t/m 4 
Welke kritiek hadden Luther en Calvijn op de Kerk?

Slide 1 - Slide

Programma

Kort filmpje over Luther en Calvijn
Aflevering 'Klokhuis' over Erasmus
Nakijken gemaakte opdrachten
De planagenda...
Welke kritiek hadden Luther en Calvijn op de Kerk?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Opdracht 1
a.
Maak de juiste combinaties. Trek lijnen.
Paus                                       hoge geestelijke, leider van een kerkelijke provincie
bisschop                              woont en werkt in een klooster
priester                                 bewijs dat je je zonden had afgekocht
monnik                                  leider van de Kerk
aflaat                                      lage geestelijken die moesten zorgen voor het                                                                  contact tussen God en de mensen

Slide 4 - Slide

Opdracht 1
a.
Maak de juiste combinaties. Trek lijnen.
paus          – leider van de kerk
bisschop – hoge geestelijke, leider van een kerkelijke provincie
priester    – lage geestelijke die moest zorgen voor het contact tussen God                               en  de mensen
monnik      – woont en werkt in een klooster
aflaat          – bewijs dat je je zonden had afgekocht

Slide 5 - Slide

Opdracht 1
b.
De Kerk was erg rijk. Hoe kwam de Kerk aan haar rijkdommen? Kuis de juiste antwoorden aan.

  • Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
  • Mensen handelden met de Kerk.
  • Mensen lieten hun rijkdommen als erfenis na aan de Kerk.
  • Geestelijken gebruikten geweld om het geld van gelovigen af te nemen.
  • Mensen moesten belasting betalen aan de Kerk.




Slide 6 - Slide

Opdracht 1
b.
De Kerk was erg rijk. Hoe kwam de Kerk aan haar rijkdommen? Kuis de juiste antwoorden aan.

  • Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
  • Mensen handelden met de Kerk.
  • Mensen lieten hun rijkdommen als erfenis na aan de Kerk.
  • Geestelijken gebruikten geweld om het geld van gelovigen af te nemen.
  • Mensen moesten belasting betalen aan de Kerk.




Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Opdracht 2
a.




Welke uitspraak past het beste bij het humanisme? Kruis aan.
  • Wat de priester zegt, is waar.
  • De Kerk is het middelpunt van het leven.
  • Mensen moeten kritisch nadenken.
  • Alles wat je doet, doe je om na je dood in de hemel te komen.



Slide 9 - Slide

Opdracht 2
a. 
Welke uitspraak past het beste bij het humanisme? Kruis aan.
  • Wat de priester zegt, is waar.
  • De Kerk is het middelpunt van het leven.
  • Mensen moeten kritisch nadenken.
  • Alles wat je doet, doe je om na je dood in de hemel te komen.



Slide 10 - Slide

Opdracht 2
b.
Welke kritiek heeft Erasmus op gelovigen?





 



Slide 11 - Slide

Opdracht 2
b.
Welke kritiek heeft Erasmus op gelovigen?
Volgens Erasmus geloven mensen alles wat ze horen, zonder zelf kritisch na te denken.




 



Slide 12 - Slide

Opdracht 2
c.
Welke kritiek heeft Erasmus op geestelijken?
 




 



Slide 13 - Slide

Opdracht 2
c.
Welke kritiek heeft Erasmus op geestelijken?
 Volgens Erasmus zijn geestelijken te veel bezig met macht, rijkdom en luxe.




 



Slide 14 - Slide

Opdracht 3
a.
Welke uitspraken passen bij de ideeën van Luther?
  • De Bijbel is in het Latijn geschreven. Dat moet zo blijven.
  • Als je een aflaat koopt, vergeeft God je jouw fouten.
  • Je moet niet proberen heel rijk te worden, want dat is nergens goed voor.
  • Iedereen moet de Bijbel kunnen lezen, niet alleen de mensen die Latijn kennen.
  • Het is verkeerd om in aflaten te handelen.
 



Slide 15 - Slide

Opdracht 3
a.
Welke uitspraken passen bij de ideeën van Luther?
  • De Bijbel is in het Latijn geschreven. Dat moet zo blijven.
  • Als je een aflaat koopt, vergeeft God je jouw fouten.
  • Je moet niet proberen heel rijk te worden, want dat is nergens goed voor.
  • Iedereen moet de Bijbel kunnen lezen, niet alleen de mensen die Latijn kennen.
  • Het is verkeerd om in aflaten te handelen.
 



Slide 16 - Slide

Opdracht 3
b.
Bedenk zelf nog een uitspraak die bij Luthers ideeën past.
Bijvoorbeeld: 
  • Christenen moeten leven zoals Jezus leefde. 
  • Geestelijken zijn niet nodig, mensen moeten zelf leren wat God van hen verwacht.



Slide 17 - Slide

Opdracht 4
a.
Wat was er de oorzaak van dat de paus Luther uit de Kerk zette?



Slide 18 - Slide

Opdracht 4
a.
Wat was er de oorzaak van dat de paus Luther uit de Kerk zette?
Luther wilde veranderen wat hij niet goed vond in de kerk. De paus zette Luther om die reden uit de kerk.



Slide 19 - Slide

Opdracht 4
b.
De hertog van Saksen was het eens met de ideeën van Luther. Welk gevolg had dat voor Luther?



Slide 20 - Slide

Opdracht 4
b.
De hertog van Saksen was het eens met de ideeën van Luther. Welk gevolg had dat voor Luther?
De hertog beschermde Luther en daarom kon de paus Luther niet laten doden.



Slide 21 - Slide

Opdracht 4
c.
Luther en Calvijn kregen veel volgelingen. Wat kan daar een oorzaak van zijn?
  • Veel mensen vonden dat er in de katholieke Kerk veranderingen moesten komen.
  • Veel mensen vonden dat Luther en Calvijn aardiger waren dan de paus.
  • Veel mensen waren bang dat ze gestraft zouden worden als ze het niet met Luther en Calvijn eens zouden zijn.



Slide 22 - Slide

Opdracht 4
c.
Luther en Calvijn kregen veel volgelingen. Wat kan daar een oorzaak van zijn?
  • Veel mensen vonden dat er in de katholieke Kerk veranderingen moesten komen.
  • Veel mensen vonden dat Luther en Calvijn aardiger waren dan de paus.
  • Veel mensen waren bang dat ze gestraft zouden worden als ze het niet met Luther en Calvijn eens zouden zijn.





Slide 23 - Slide

Opdracht 4
d.
Vul de landen in:
Luther kreeg vooral veel aanhangers in ............. 
Calvijn kreeg vooral veel aanhangers in de ...........





Slide 24 - Slide

Opdracht 4
d.
Vul de landen in:
Luther kreeg vooral veel aanhangers in Duitsland
Calvijn kreeg vooral veel aanhangers in de Nederlanden.





Slide 25 - Slide

Planagenda:
H6.3 De Kerkhervorming
lezen paragraaf
maken opdrachten 6, 7 en 10

Woensdag 15 mei 2024
PW H5.1, 5.2 en 5.4 
Kenmerkende aspecten en tijdvak ook leren.

Slide 26 - Slide

Wat gaan we doen?
Nakijken H6.3 De Kerkhervorming;  opdrachten 6, 7 en 10
Kort filmpje over Luther en Calvijn.
Planagenda - hwk opschrijven

!! Woensdag 15 mei 2024 
PW H5.1, 5.2 en 5.4 
Kenmerkende aspecten en tijdvak ook leren.

Slide 27 - Slide

Opdracht 6
a.
Welk woord herken je in 'protestant'?
Je herkent het woord 'protest of protesteren'.
b.
Wat heeft dat woord met 'protestant' te maken?
De protestanten protesteerden tegen wat ze niet goed vonden in de katholieke kerk.



Slide 28 - Slide

Opdracht 6
c.
Karel V noemde de protestanten 'ketters'. Wat betekent dat woord?



Slide 29 - Slide

Opdracht 6
c.
Karel V noemde de protestanten 'ketters'. Wat betekent dat woord?
‘Ketter’ was in die tijd een scheldnaam voor christenen die zich niet aan de regels van de kerk hielden (anders gelovigen).


Slide 30 - Slide

Opdracht 6
d.
Om welke twee redenen was Karel V tegen de protestanten?
1.
2. 


Slide 31 - Slide

Opdracht 6
d.
Om welke twee redenen was Karel V tegen de protestanten?
1.  Karel V vond het katholieke geloof de enige ware godsdienst.
2. Hij wilde graag dat al zijn onderdanen dezelfde godsdienst hadden.


Slide 32 - Slide

Opdracht 6
e.
Welke twee maatregelen nam Karel V tegen de protestanten?
1.   
2.  


Slide 33 - Slide

Opdracht 6
e.
Welke twee maatregelen nam Karel V tegen de protestanten?
1.  Hij verbood het protestantisme.
2. Hij liet de protestanten vervolgen, martelen en soms zelfs doden.


Slide 34 - Slide

Opdracht 7
a.
Staan de katholieken links op het schilderij, of rechts? Waaraan zie je dat?
De katholieken staan links op het schilderij. Je ziet dat bijvoorbeeld aan de mijters (hoeden) die sommigen dragen.
b.
Beschrijf wat de katholieken in de weegschaal leggen.
De katholieken leggen goud en zilver in de weegschaal.

Slide 35 - Slide

Opdracht 7
c.
De andere groep mensen stelt de protestanten voor. Vergelijk hun uiterlijk met dat van de katholieken. Wat valt je op?




Slide 36 - Slide

Opdracht 7
c.
De andere groep mensen stelt de protestanten voor. Vergelijk hun uiterlijk met dat van de katholieken. Wat valt je op?
De protestanten dragen eenvoudige, zwarte kleding, terwijl de katholieken rijk gekleed gaan in kleurige luxe kleding.



Slide 37 - Slide

Opdracht 7
d.
Wat leggen de protestanten in de weegschaal?
De protestanten leggen een bijbel in de weegschaal.
e.
Wat probeert de schilder duidelijk te maken?
De schilder maakt duidelijk dat de Bijbel (het woord van God) belangrijker is dan luxe, zoals zilver en goud. De weegschaal laat dat zien: de Bijbel weegt het zwaarst.

Slide 38 - Slide

Opdracht 7
f.
Maak de zin af. De schilder is waarschijnlijk een katholiek / protestant, want

Slide 39 - Slide

Opdracht 7
f.
Maak de zin af. De schilder is waarschijnlijk een katholiek / protestant, want hij maakt duidelijk dat de protestanten beter weten wat belangrijk is in het geloof dan de katholieken.

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Video

Opdracht 10
a.
Welke kritiek hadden de hervormers Luther en Calvijn op de katholieke kerk? Noem twee dingen.


Slide 42 - Slide

Opdracht 10
a.
Welke kritiek hadden de hervormers Luther en Calvijn op de katholieke kerk? 
Twee van de volgende punten:
 - Geestelijken moeten niet in luxe leven.
 - De Bijbel moet in de taal van de mensen zijn geschreven in plaats van het Latijn.
 - De handel in aflaten is verkeerd.


Slide 43 - Slide

Opdracht 10
b.
Hoe reageerden de katholieke Kerk en sommige koningen op die kritiek?
De katholieke kerk en sommige vorsten reageerden op de kritiek door het protestantisme te verbieden en de protestanten te laten vervolgen.

Slide 44 - Slide

Opdracht 10
c.
Leg uit wat de begrippen hervormers, protestanten en ketters met elkaar te maken hebben.
De aanhangers van de hervormers noemden zichzelf protestanten. De katholieken noemden deze mensen ketters.

Slide 45 - Slide

Planagenda:
H6.3 De Kerkhervorming
lezen paragraaf
maken opdrachten 11 en 12

Woensdag 15 mei 2024
PW H5.1, 5.2 en 5.4 
Kenmerkende aspecten en tijdvak ook leren.

Slide 46 - Slide