hst 2 paragraaf 1 "het deeltjesmodel"

hst 2.1 "deeltjesmodel"
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

hst 2.1 "deeltjesmodel"

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • 2.1.1 Je kunt uitleggen welke drie eigenschappen moleculen in het deeltjesmodel hebben.
  • 2.1.2 Je kunt beschrijven hoe moleculen bewegen in een vaste stof, een vloeistof en een gas.
  • 2.1.3 Je kunt uitleggen wat er met de moleculen gebeurt bij de verschillende faseovergangen.
  • 2.1.4 Je kunt het ontstaan van mist, dauw en rijp toelichten met behulp van het deeltjesmodel.

Slide 2 - Slide

vandaag

Slide 3 - Slide

Kan je uitleggen wat moleculen zijn?

Slide 4 - Open question

Weet jij welke fasen er zijn?

Slide 5 - Open question

Moleculen
  • Het kleinste deeltje van een stof
  • Wij maken gebruik van het deeltjesmodel, hierbij hebben de moleculen de volgende eigenschappen:
  • Moleculen van een stof veranderen niet
  • Moleculen van een stof bewegen voortdurend
  • Moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Slide

Fasen en faseovergangen
Vaste stof
  • Vaste plaats
  • Trillen constant
  • Afstand tussen moleculen is klein
  • Aantrekkingskracht is groot
 

Slide 9 - Slide

Fasen en faseovergangen
Vloeistof
  • Bewegen langs en door elkaar, geen vaste plaats
  • Aantrekkingskracht is kleiner dan bij een vaste stof
  • Aantrekkingskracht nog wel genoeg om de moleculen bij elkaar te houden
 

Slide 10 - Slide

Fasen en faseovergangen
Gas
  • Bewegen los van elkaar
  • Afstand tussen moleculen is groot
  • Aantrekkingskracht is klein
 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Anders Celsius
Astronoom
1701 - 1744

Kookpunt water (100 C) en smeltpunt ijs (0 C)

Slide 13 - Slide

Lord Kelvin
Natuurkundige
1842 - 1907

Absolute nulpunt (-273 C) als ijkpunt (0 Kelvin)

Slide 14 - Slide

Absolute nulpunt
  • Wanneer de temperatuur laag genoeg is bewegen de moleculen niet meer. Dit noemen we het absolute nulpunt
  • Het absolute nulpunt ligt bij -273°C, lager dan dit kunnen we niet komen

Slide 15 - Slide

Absolute nulpunt
  • De druk van een gas ontstaat door de moleculen die tegen een wand botsen. Als de temperatuur lager wordt, zijn er ook minder botsingen. 
  • Bij het absolute nulpunt zijn er dan dus ook geen botsingen meer en is er een druk van 0 Pa

Slide 16 - Slide

Kelvin (K)
De Celsiusschaal is gebaseerd op het stollen en koken van water, twee vaste punten in de natuurkunde
De Kelvinschaal is gebaseerd op het absolute nulpunt. 
In tegenstelling tot Fahrenheit heeft Kelvin dezelfde stapgrootte als Celsius.
0 Kelvin is dus gelijk aan -273°C

Slide 17 - Slide

0 Kelvin = - 273° C dus 0°C=273K

Slide 18 - Slide

Hoeveel graden Celsius is gelijk aan 100 Kelvin
A
-100
B
100
C
-173
D
173

Slide 19 - Quiz

Hoeveel Kelvin is gelijk aan 50°C
A
50
B
223
C
273
D
323

Slide 20 - Quiz

aan de slag!
maken opdracht 1 t/m 10 van §2.1

Klaar? maken test jezelf §2.1

          rood = geluid 0 (iedereen is stil)
          oranje = geluid 0-1 (docent beantwoord vragen)
          groen =geluid 1 (Je mag zachtjes overleggen met buren)
timer
15:00
timer
5:00

Slide 21 - Slide