2hv : boek kiezen+fictiebegrippen

Welkom terug!
Fijne vakantie gehad
en lekker uitgerust?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom terug!
Fijne vakantie gehad
en lekker uitgerust?

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze periode
Fictie: lezen (boek uitkiezen)
Schrijfvaardigheid: eindopdracht is een artikel over Texel. We gaan oefenen met spelling, grammatica en tekstopbouw.

Slide 2 - Slide

Boek kiezen 

Slide 3 - Slide

Maak je keuze
1. Ga naar Classroom --> Fictie
2. Vul achter je naam in welk boek jouw voorkeur heeft.

Slide 4 - Slide

Fictiebegrippen
Tijd: 
- verteltijd (aantal blz)
-vertelde tijd (in hoeveel tijd speelt het verhaal zich af? Een dag,
  een jaar, 100 jaar?)
Ruimte: waar speelt het verhaal zich vooral af?
Perspectief: wordt het verhaal vanuit een ik-persoon verteld of   
                           vanuit hij/zij perspectief?

Slide 5 - Slide

'Woon jij hier?'
Benoem ruimte, perspectief, verteltijd en vertelde tijd.

Slide 6 - Open question

Welkom!
Pak vast je schrift, lesboek en leesboek....

....en start met lezen.

Slide 7 - Slide

Vandaag:
- huiswerk bespreken
- fictie/non-fictie: weet je het nog?
- opdracht verhaal schrijven

Slide 8 - Slide

Het Jeugdjournaal is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 9 - Quiz

Het leesboek 'Het leven van een loser' is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 10 - Quiz

Het Klokhuis is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 11 - Quiz

Het verslag in de krant van een voetbalwedstrijd is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 12 - Quiz

De Donald Duck is.....
A
fictie
B
non-fictie

Slide 13 - Quiz

Een gedicht is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 14 - Quiz

De gebruiksaanwijzing bij FIFA is...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 15 - Quiz

Fictie en non-fictie
Wat is het verschil?

FICTIE= Verzonnen verhaal met als doel iemand te vermaken.

NON-FICTIE= bedoeld om iemand te informeren of uitleg te geven.

Slide 16 - Slide

Nakijken huiswerk
Opdracht 1 en 2

Slide 17 - Slide

Opdracht
1. Iedereen krijgt een vel papier.
2. Je schrijft één zin op.
3. Je geeft het blad door aan de volgende in je groepje.
4. De volgende sluit op de eerste zin aan door er een andere zin
    achteraan te schrijven (eerst lezen wat er al staat).
5. Dit doe je tot alle vier iets hebben geschreven.
6. Per zin krijg je twee minuten de tijd.
timer
1:00

Slide 18 - Slide