K1 H5 Spelling van meervouden op -s en 's
1 / 25
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat is het meervoud van
OLIFANT
OLIFANT
A
olifantjes
B
olifantje
C
olifanten
D
olifantten
Slide 4 - Quiz
Wat is het meervoud van
KOEKENPAN
KOEKENPAN
A
pannenkoek
B
pannenkoeken
C
koekenpannen
D
koekenpanen
Slide 5 - Quiz
Wat is het meervoud van
KAAS
KAAS
A
kaazen
B
kazen
C
kaasen
D
kasen
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Wanneer maak je meervouden met 's?
Slide 9 - Open question
Welk ezelsbruggetje helpt je onthouden of je 's moet gebruiken?
A
JY mAg grAAg Y 's
B
JY hOUd vAn Y 's
C
Ik mAg gEEn Y 's
D
Ik hOU vAn Y 's
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Slide
Wat is goed?
A
geintjes
B
geintje's
Slide 12 - Quiz
Wat is goed?
A
cameras
B
camera's
Slide 13 - Quiz
Wat is goed?
A
machines
B
machine's
Slide 14 - Quiz
Wat is goed?
A
kabels
B
kabel's
Slide 15 - Quiz
Wat is goed?
A
rallys
B
rally's
Slide 16 - Quiz
Wat is goed?
A
garages
B
garage's
Slide 17 - Quiz
Wat is goed?
A
solos
B
solo's
Slide 18 - Quiz
Wat is goed?
A
menus
B
menu's
Slide 19 - Quiz
Wat is goed?
A
tvs
B
tv's
Slide 20 - Quiz
Wat is goed?
A
djs
B
dj's
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Wat wist je al?
Slide 23 - Open question
Wat heb je geleerd?
