Les 1 Zakelijke communicatie

Zakelijke communicatie
Schriftelijke communicatie in een zakelijke omgeving.
Bij voorbeeld:
e-mail, brief, uitingen op social media en internet

1 / 15
next
Slide 1: Slide
Zakelijke communicatieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zakelijke communicatie
Schriftelijke communicatie in een zakelijke omgeving.
Bij voorbeeld:
e-mail, brief, uitingen op social media en internet

Slide 1 - Slide

Leervragen les 1
Hoe werk ik in het digitale kantoor?
Wat is formeel/informeel taalgebruik?

Slide 2 - Slide

Licentie Stichting Praktijkleren
Activeren licentie


Slide 3 - Slide

Tip
Voeg www.stichtingpraktijleren.nl toe aan je favorieten

Slide 4 - Slide

Profiel instellen
Ga naar Stichting Praktijkleren
Klik op je naam en vul je profiel in.
De docent geeft je een code voor de klas.

Slide 5 - Slide

Stichting Praktijkleren
Ga op de site van Stichting Praktijkleren maar "Mijn Startpagina"
Klik op "Business Services"
Nu zie de onderdelen van je opleiding

Kies Zakelijke communicatie
Hier staan de onderwerpen die bij zakelijke communicatie horen.

Slide 6 - Slide

Assistent Business Services

Slide 7 - Slide

Module Zakelijke communicatie

Slide 8 - Slide

Het virtuele kantoor (Gemba)
Sommige opdrachten maak je in een virtueel kantoor.

In de module Zakelijke communicatie staat onderaan: 
"Leren werken met Gemba"

Open dat programma en maak opdracht 1 E-mail

Slide 9 - Slide

Formeel/informeel taalgebruik
Net als bij mondeling taalgebruik is ook bij schriftelijk taalgebruik het onderscheid tussen formeel en informeel 

Slide 10 - Slide

Waar denk je aan bij formeel taalgebruik

Slide 11 - Mind map

Waar denk je aan bij informeel taalgebruik?

Slide 12 - Mind map

Conclusie

Slide 13 - Slide

Opdracht Formeel/informeel
Ga op www.stichtingpraktijkleren naar Zakelijke communicatie

Ga naar Communiceren met de klant 1 en maak 
onderdeel  5:
Heel (in)formeel

Slide 14 - Slide

Maak de leervragen
Hoe werk ik in het digitale kantoor?
Wat is formeel/informeel taalgebruik?

Slide 15 - Slide