7A SCC- biodiversiteit en ecologisch evenwicht

Biodiversiteit
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Biodiversiteit

Slide 1 - Slide

Je leert:
  1. Wat is biodiversiteit?
  2.  Wat is ecologisch evenwicht?
  3. Waarom is biodiversiteit belangrijk voor het ecologisch evenwicht?

Slide 2 - Slide

Wat is biodiversiteit?

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

In welk biotoop is de biodiversiteit het grootst?

Slide 5 - Slide

In welk biotoop is de biodiversiteit het grootst?
A
In de wilde (linkse) tuin.
B
In de nette (rechtse) tuin.

Slide 6 - Quiz

In welk biotoop is de biodiversiteit het grootst?

Slide 7 - Slide

In welk biotoop is de biodiversiteit het grootst?
A
In de visbokaal
B
In de composthoop

Slide 8 - Quiz

In welk biotoop is de biodiversiteit het grootst?

Slide 9 - Slide

In welk biotoop is de biodiversiteit het grootst?
A
In de woestijn
B
In het tropisch regenwoud

Slide 10 - Quiz

Zoek het op (p. 56)
Wat is biodiversiteit?

Slide 11 - Open question

Wat betekent ecologisch evenwicht?

Slide 12 - Slide

Ecologisch evenwicht betekent:
(zie p. 56)
A
Er is een sterk ecologisch evenwicht.
B
We gaan duurzaam om met onze planeet.
C
Er is voldoende voedsel, nestplaats, ... voor alle organismen.

Slide 13 - Quiz

Waarom is biodiversiteit belangrijk voor het ecologisch evenwicht?

Slide 14 - Slide

Het is een slecht jaar voor de
mezen, er worden dus maar weinig
meesjes geboren. Welk gevolg heeft dat
voor het aantal uilen?
A
Het aantal uilen blijft gelijk.
B
Het aantal uilen daalt.
C
Het aantal uilen stijgt.

Slide 15 - Quiz

Waarom zal het aantal uilen
dalen?

Slide 16 - Open question

Wat kan de uil, wanneer er weinig mezen zijn, doen om toch te overleven?

Slide 17 - Open question

Hoe meer verschillende diersoorten er zijn, hoe ..... de kans dat de uil uitsterft.
A
groter
B
kleiner

Slide 18 - Quiz

Men zegt: hoe .... de biodiversiteit, hoe ..... het ecologisch evenwicht.
(zie p. 57)
A
hoe kleiner .... hoe zwakker
B
hoe kleiner ... hoe sterker
C
hoe groter ... hoe zwakker
D
hoe groter .... hoe sterker

Slide 19 - Quiz

Opdracht
Maak in je werkboek p. 56 en 57 onderzoeksvraag 1 en 2.

Slide 20 - Slide