3 havo_delend lidwoord

Bienvenue!
het delend lidwoord
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bienvenue!
het delend lidwoord

Slide 1 - Slide

samenvattend
Houd de volgende volgorde aan. Kijk of het volgende in de zin staat:
1 - adorer/détester/préferer/aimer --> le/la/les/l'
2 - hoeveelheid/ontkenning --> de / d'
3 - delend lidwoord --> du/de la/ de l'/ des

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Noem alle Franse lidwoorden die je kent

Slide 4 - Mind map

mannelijk
vrouwlijk
meervoud
Klinker/h
le
la
les
l'
un
une
des

Slide 5 - Drag question

Kijk naar de quiz op page 16.
Wat valt je op aan de lidwoorden?

Slide 6 - Mind map

Het delend lidwoord
Un sandwich avec  le du  fromage
Tu veux les  de la crêpes?
Il achète les  des frites
Je prends l' de l'eau

Slide 7 - Slide

Wat valt je op:
ik koop appels > j'achète des pommes

Slide 8 - Mind map

Het delend lidwoord..
  • ..gebruik je om een niet-specifieke hoeveelheid aan te geven: ik koop appels > j'achète des pommes
  • ..wordt NIET vertaald naar het Nederlands!
  • ..kan weer mannelijk, vrouwelijk en meervoud zijn, dus goed kijken naar het zelfstandig naamwoord (en naar het lidwoord)

Slide 9 - Slide

mannelijk
vrouwlijk
meervoud
Klinker/h
de l'
du
de la
des

Slide 10 - Drag question

Het delend lidwoord
man. enklv = du > du fromage, du jambon, etc.
vr. enkv = de la > de la salade, de la viande, etc.
klinker/h = de l' > de l'eau, etc.
meervoud = des > des pommes, des légumes, etc.


Slide 11 - Slide

Het delend lidwoord
LET OP!: na een ontkenning of hoeveelheid gebruik je:                     de / d'
> je ne mange pas de fromage
> je veux un kilo de pommes
> je prends une verre d'eau


Slide 12 - Slide

Het delend lidwoord
LET OP!: na de volgende werkwoorden gebruik je                 le, la, l', les 
aimer, adorer, préferer & détester
Je préfère l'eau                     Je déteste le café
J'adore le chocolat             Je n'aime pas la viande


Slide 13 - Slide

Het delend lidwoord geeft een niet-specifieke hoeveelheid aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Het delend lidwoord wordt vertaald naar het Nederlands.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Vul in:

J'ai préparé ....... sandwichs
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 16 - Quiz

Vul in:

Tu veux ....... eau?
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 17 - Quiz

Vul in:
Je mange une pizza avec ........ fromage.
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 18 - Quiz

Vul in:

Nous n'achetons pas ......... fruits.
A
du
B
de
C
des
D
de la

Slide 19 - Quiz

Vul in:

On préfère ...... salade (v)
A
la
B
de la
C
du
D
de l'

Slide 20 - Quiz

Vul in:

On bois une bouteille ..... jus d'orange
A
de
B
de la
C
du
D
de l'

Slide 21 - Quiz

Fin! :)
Maak opdrachten grammatica 1

Slide 22 - Slide