Presentatie hoofdstuk 7 M&Z

Hoofdstuk 7 eerste hulp bij ongelukken
Les van 13.20 - 16.55 uur
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Hoofdstuk 7 eerste hulp bij ongelukken
Les van 13.20 - 16.55 uur

Slide 1 - Slide

Regels zorg & welzijn

Je hebt bij je (1x niet mee is een waarschuwing, de volgende keer mag je de les verlaten. ):
Pen
Werkboek
Chromebook
Mobieltjes liggen in de kluis
Lange haren zijn in een staart/knot
Als je iets wil zeggen of vragen steek je je vinger op, niet door de klas heen roepen
Er wordt NIET tussen de bureaus doorgelopen, zonder toestemming van lesgevend docent
Niet aan elkaar zitten op een ongewenste manier
Niet (elkaar verbaal uit)schelden of non-verbaal ongewenst gedrag
Als je het lokaal wil verlaten, vraag dit eerst aan de lesgevend docent
Eerste half uur start les niet naar het toilet
Kwartier voor het einde van de les niet naar het toilet
Als je niet actief meedoet in de les, krijg je eerst een waarschuwing, daarna mag je je gaan melden en in overleg het volgende lesuur terugkomen.


Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Oefentoets hoofdstuk 6 nakijken
  • Inleiding lezen
  • Theorie maken in je werkboek
  • Deelopdracht 1 Ehbo-doos
  • Deelopdracht 3 professionele hulpverlening inschakelen
  • Deelopdracht 2 verbandmiddelen
  • Oefentoets hoofdstuk 7

Slide 3 - Slide

Inleiding hoofdstuk 7 lezen
blz. 247

Slide 4 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 7
In dit hoofdstuk leer je:
  • Wat eerste hulp is
  • Wat de volgorde van eerste hulp is

Slide 5 - Slide

Waar denk je aan bij eerst hulp?

Slide 6 - Mind map

Theorie maken in je werkboek
Blz. 248 tot 259
Klaar? Kijk je hoofdstuk na of vraag een woordzoeker :)
tot 14.30

Slide 7 - Slide

Deelopdracht 1 EHBO-doos
  • Maak tweetallen
  •  Collage maken (mag op papier of digitaal in canva)
  • Inleveren bij de lesgevende docent
blz. 92

14.30 - 15.00

Slide 8 - Slide

Deelopdracht 3 proffesionele hulpverlening inschakelen
  • Maak groepjes van 3
  •  Bedenk met elkaar een casus (een verhaal)
  • Speel met elkaar dit rollenspel

Blz. 95 en 96

15.15 tot 15.35

Slide 9 - Slide

Deelopdracht 2 verbandmiddelen
  • Maak tweetallen
  •  Folder, poster of presentatie maken
  • Inleveren bij de lesgevend docent

Blz. 93 en 94

15.35 - 16.00

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Oefentoets hoofdstuk 7
Verbind met de les (zie code)

Slide 12 - Slide

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Controleer het bewustzijn
Handel bij levensbedreigend letsel en ziekte (bel 112)
Let op gevaar
Verplaats het slachtoffer bij gevaar
Controleer de ademhaling

Slide 13 - Drag question

Als het slachtoffer bewusteloos is, dan?
A
Dreigt er direct levensgevaar
B
Kijk je eerst of er ander letsel is
C
Verplaats je het slachtoffer naar een beschutte plek
D
Zoek je eerst naar persoonlijke gegevens

Slide 14 - Quiz

Stelling 1: Bij bewusteloosheid reageert het slachtoffer niet op aanspreken of aanraken.
Stelling 2: Bij een bewusteloos slachtoffer zonder ademhaling gaat de borst niet op en neer, je hoort geen ademhaling en je ziet een blauwe kleur.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 15 - Quiz

Welke zaken wil de centralist van het alarmnummer weten als je belt?

Slide 16 - Mind map

Met welke greep of methode verplaats je een slachtoffer?
A
Met de brandweer-greep
B
Met de heimlich-greep
C
Met de rautek-greep
D
Met de zach-methode

Slide 17 - Quiz

Hoe stel je een slachtoffer gerust?
A
Door alle mensen die het slachtoffer kent bij het slachtoffer te laten.
B
Door eerst te wachten tot het slachtoffer rustig is en dan gaan helpen
C
Door je naam te zeggen, respectvol te handelen, betrokken te zijn, en kalm- en vriendelijkheid uit te stralen
D
Door te zeggen: 'Als je niet ophoudt met schreeuwen, kan ik je geen hulp bieden.'

Slide 18 - Quiz

Waarom is het belangrijk dat je het slachtoffer helpt op de plaats waar hij zit of ligt?
A
Bij het verplaatsen van het slachtoffer kunnen letsels erger worden.
B
Het ambulancepersoneel ziet direct waar het ongeluk precies gebeurd is.
C
Je kunt dan beter bepalen wat het slachtoffer mankeert.
D
Je weet dan altijd waar het slachtoffer is als je even weg moet lopen.

Slide 19 - Quiz

In welke situaties kies je er toch voor om het slachtoffer te verplaatsen? Leg je antwoord uit

Slide 20 - Open question

Je ziet vanuit je eigen raam een bejaarde mevrouw vallen op de stoep. Je gaat naar buiten om deze mevrouw te helpen. Hoe zorg je dat ze beschut is tegen de weeromstandigheden?
Regen?
Zon?
Wind?
Kou?

Slide 21 - Open question

In welke situatie bel je 112? Vul ja of nee in.
Je zusje zakt opeens in elkaar en is bewusteloos
Je hebt een ongeluk gehad maar er is alleen blikschade
Een zorgvrager heeft een hartstilstand gehad.
Als je van de trap valt en het lijkt erop dat je je arm hebt gebroken.
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Nee

Slide 22 - Drag question

Wat betekend EHBO?

Slide 23 - Open question

Wat is een proffesionele hulpverlener?

Slide 24 - Mind map

Waarbij denk je aan ongeval?

Slide 25 - Mind map

Leerdoelen hoofdstuk 7
  • Wat eerst hulp is
  •  Eerste hulp verlenen

Slide 26 - Slide