This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
1.5 Voedselkringloop
Slide 1 - Slide
Voedselkring-loop
Start met planten
Eindigt met reducenten die mineralen maken voor de plant
Slide 2 - Slide
Fotosynthese
Slide 3 - Slide
Producenten
Planten produceren (maken) glucose (voedingsstof)
Slide 4 - Slide
Consument
Eet of een plant (planteneter/herbivoor) of een ander dier (vleeseter/carnivoor)
Slide 5 - Slide
Reducent
Bacteriën & schimmels
Breken dode planten- en dierenresten af tot mineralen
Mineralen gaan weer naar de plant => fotosynthese
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Vul de juiste namen van de vier rijken in. a. Organismen uit het ……………….……………….kunnen glucose maken. b. Organismen uit het ……………….………………., ……………….………………. en ……………….……………….kunnen niet zelf glucose maken.
Slide 8 - Open question
a. Met de wortels zuigt de plant ……………….en ……………….……………….op. b. Met de bladeren neemt de plant ……………….……………….op. c. Het maken van glucose heet ……………….……………….
Slide 9 - Open question
3. Schrijf de fotosynthese in één zin op. ……………….……………….+ ……………….……………….+ ……………….……………….à
……………….……………….+ ……………….……………….
Slide 10 - Open question
Welke andere voedingsstoffen maakt de plant uit glucose? 1……………….……………….2……………….……………….3……………….……………….
Slide 11 - Open question
Veel bomen kunnen een deel van het jaar geen glucose maken. Leg uit hoe dat komt
Slide 12 - Open question
IJzer en stikstof zijn voorbeelden van mineralen. Jamilha voert een experiment uit. Ze laat drie planten van dezelfde soort groeien. Plant 1 krijgt water met ijzer en stikstof, plant 2 krijgt water met alleen stikstof en plant 3 krijgt water met alleen ijzer. Na een week meet Jamilha hoeveel de planten zijn gegroeid. Je ziet de resultaten in de tabel. a. Wat is de onderzoeksvraag bij het experiment van Jamilha?
Slide 13 - Open question
IJzer en stikstof zijn voorbeelden van mineralen. Jamilha voert een experiment uit. Ze laat drie planten van dezelfde soort groeien. Plant 1 krijgt water met ijzer en stikstof, plant 2 krijgt water met alleen stikstof en plant 3 krijgt water met alleen ijzer. Na een week meet Jamilha hoeveel de planten zijn gegroeid. Je ziet de resultaten in de tabel. b. Welk mineraal is belangrijker voor deze plantensoort: Stikstof of ijzer? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open question
Waarom heet een plant een producent? .
A
omdat een plant mineralen maakt
B
omdat een plant glucose en andere voedingsstoffen maakt
C
omdat een plant wordt gegeten door dieren
Slide 15 - Quiz
Voedselweb
Gaat door elkaar
Pijl wijst naar het organisme waar het opgegeten dier in verdwijnt!
Slide 16 - Slide
Begint met producent (plant)
Eindigt met een consument
Voedselketen
Slide 17 - Slide
https:
Slide 18 - Link
Voedselketen
Slide 19 - Slide
voedselketen
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Voedselketen
Slide 22 - Slide
Voedselketen
Voedselweb
Slide 23 - Slide
a. producenten à consumenten: De pijl betekent: producenten worden ……………….……………….door de consumenten. b. consumenten à reducenten: De pijl betekent: afval van consumenten wordt ……………….……………….door reducenten. c. mineralen à producenten: De pijl betekent: mineralen worden ……………….……………….door producenten. Kies uit:opgegeten, opgenomen, afgebroken