4.3 Hormonen regelen de start van de puberteit 4H 2122

Doel 4.2.2

Je leert hoe geslachtscellen ontstaan

1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doel 4.2.2

Je leert hoe geslachtscellen ontstaan

Slide 1 - Slide

Vorming geslachtscellen
Geslachtscellen zijn dus
haploïd (n).

Bij de mens bevatten ze 
23 chromosomen.

Slide 2 - Slide

Vorming geslachtscellen
Geslachtscellen ontstaan uit stamcellen.
Ze onstaan uit een deling die anders gaat
dan de gewone celdeling (mitose).
Deze deling heet reductiedeling/ meïose.
Deze deling start óók na de G2 fase. 
Het DNA (de chromosomen) is dus al
verdubbeld.

Slide 3 - Slide

S fase (interfase): DNA replicatie

Slide 4 - Slide

Doel van de meïose
BINAS 76B2

Slide 5 - Slide

Meïose I

Slide 6 - Slide

Profase I:
Kernmembraan ver-
dwijnt. Chromosomen
spiraliseren. Spoelfiguur vormt.
Chromosomen liggen als paren bij elkaar.
Crossing-over kan optreden.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Metafase I:
Chromosomen liggen
twee aan twee in het
equatoriale vlak.
Spoelfiguren hebben trekdraden gevormd naar de centromeren, elk naar één chromosoom van een chromosomenpaar.

Slide 9 - Slide

Anafase I:
Spoelfiguren trekken
chromosomen naar de
polen.

Slide 10 - Slide

Telofase I:
Door insnoering 
ontstaan twee haploïde
cellen.



Slide 11 - Slide

Meïose II

Slide 12 - Slide

Meïose II (~mitose)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4.3 Hormonen regelen de start van de puberteit

Slide 15 - Slide

Doel 4.3
Je leert hoe geslachtshormonen de ontwikkeling van de voortplantingscellen beïnvloeden
Je leert hoe geslachtshormonen de menstruatiecyclus beïnvloeden
Je leert hoe hormonen de bevalling beïnvloeden

Slide 16 - Slide

Hormonen
Hypothalamus: hormoonklier in de hersenen
Hypofyse: centrale hormoonklier 

Vanaf de puberteit: de hypofyse produceert
FSH (follikel stimulerend hormoon) en
LH (luteïniserend hormoon).

Slide 17 - Slide

Moet ik dit leren?
Hormoonklieren en de hormonen die ze maken, inclusief de werking van de hormonen staan in Tabel 89A.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Omschrijf de zin "aanzetten tot secretie van testosteron" in je eigen woorden

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

= LH
Negatieve terugkoppeling

Vergelijk dit plaatje met Bron 18 in je boek.

Slide 22 - Slide

Negatieve terugkoppeling

Vergelijk dit plaatje met BINAS 89C.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Omschrijf de zin "proliferatie van het baarmoederslijmvlies" in je eigen woorden

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Dag 1: start menstruatie.

FSH stijgt en stimuleert de rijping van nieuwe follikels.

Slide 28 - Slide

Rijpende follikels geven oestrogenen af.


Slide 29 - Slide

Rijpende follikels geven oestrogenen af.

Boven een drempelwaarde stimuleren oestrogenen LH 

-> piek in LH 

Slide 30 - Slide

Door de piek in LH volgt de ovulatie.

Gele lichaam (overgebleven, 'lege' follikelcellen) geven progesteron af.


Slide 31 - Slide

Oestrogenen stimuleren de groei van het baarmoederslijmvlies, progesteron zorgt voor goede doorbloeding.
Progesteron remt de afgifte van LH en FSH.

Slide 32 - Slide

Gele lichaam verschrompeld en geeft geen progesteron meer af:
LH en FSH worden niet meer geremd en Menstruatie (afstoten baarmoederslijmvlies).

Slide 33 - Slide

Zwangerschap
De placenta geeft HCG af.
Dit hormoon zorgt er voor dat het gele lichaam niet verschrompelt. Het gele lichaam blijft Progesteron maken en LH en FSH blijven geremd (dus geen menstruatie en geen nieuwe follikelrijping).
Na drie maanden neemt de placenta de vorming van progesteron en oestrogenen over.

Slide 34 - Slide

=LH

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Bevalling/ geboorte
Ontsluiting (start van de bevalling): 
hypofyse maakt oxytocines aan -> samentrekken baarmoederwand (ontsluitingsweeën).
Vruchtvliezen breken en vruchtwater loopt weg.
Uitdrijving: na volledige ontsluiting: persweeën.
Nageboorte: Naweeën zorgen voor verwijderen placenta, vruchtvliezen en navelstreng.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Omschrijf de zin "contractie baarmoederwand" in je eigen woorden

Slide 39 - Open question

Slide 40 - Video

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Doel 4.3
Je hebt geleerd hoe geslachtshormonen de ontwikkeling van de voortplantingscellen beïnvloeden
Je hebt geleerd hoe geslachtshormonen de menstruatiecyclus beïnvloeden
Je hebt geleerd hoe hormonen de bevalling beïnvloeden

Slide 45 - Slide

Begrippen 4.3
hypofyse, FSH, LH, hormonen, menstruatiecyclus, follikels, geslachtshormonen, oestrogenen, oestradiol, baarmoederslijmvlies, ovulatie, gele lichaam, progesteron, cellen van Leydig, testosteron, HCG, oxytocine, ontsluitingsweeën, uitdrijving, persweeën, nageboorte, naweeeën

Slide 46 - Slide

Huiswerk



Maak een samenvatting van de paragraaf.
Aandacht voor de begrippen.

Slide 47 - Slide