3F schrijven

schrijven 3F
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

schrijven 3F

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen een externe nieuwsbrief en een interne nieuwsbrief?
A
Een externe nieuwsbrief is bedoeld om de band tussen het personeel en het bedrijf te versterken, een interne nieuwsbrief wil de lezer vooral amuseren.
B
Een externe nieuwsbrief wordt gelezen door lezers die niet bij het bedrijf werken, een interne nieuwsbrief is bedoeld voor werknemers.
C
Een interne nieuwsbrief geeft antwoord op de 5w+h-vragen, een externe nieuwsbrief niet.
D
Een interne nieuwsbrief is persoonlijker dan een externe nieuwsbrief en daarom gebruik je in een interne nieuwsbrief vooral informele taal.

Slide 2 - Quiz

In een nieuwsbrief voor interne lezers schrijf je..
A
formeel nieuws
B
informeel nieuws
C
formeel en informeel nieuws

Slide 3 - Quiz

Een verschil tussen een interne en een externe nieuwsbrief is dat je bij de interne informeel taalgebruik gebruikt en bij de externe formeel taalgebruik.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat hoort niet bij formele taal.
A
duidelijk taalgebruik
B
beleefd taalgebruik
C
zakelijk taalgebruik
D
incorrect taalgebruik

Slide 5 - Quiz

In een persoonlijke brief gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Wat is een correcte opening van een zakelijke e-mail?
A
Hoi Marloes,
B
Geachte mevrouw de Ruiter,
C
Beste mevrouw De Ruiter,
D
Hallo mevrouw,

Slide 7 - Quiz

'Groetjes'
A
Is een informele afsluiting.
B
Is een formele afsluiting.

Slide 8 - Quiz

De onderwerp regel van de e-mail mag nooit meer dan één woord bevatten.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

In de e-mail hoef je niet te noemen dat je bijlage er bij hebt verstuurd.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

MVG,
A
Is een formele afsluiting van een e-mail.
B
Is een informele afsluiting van een e-mail.
C
Kan zowel in een formele als in een informele e-mail als afsluiting.

Slide 11 - Quiz

Als jij een e-mail in de CC hebt gekregen moet je daarop antwoorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

De ontvanger van een e-mail kan niet reageren op degene die dezelfde e-mail in de BCC heeft ontvangen.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat hoort er niet in een zakelijke brief thuis?
A
bijlagen
B
aanhef
C
plaats, datum
D
referenties

Slide 14 - Quiz

Een synoniem voor 'afspraken hoe je een zakelijke brief schrijft' is....
A
briefconventies
B
brieconsensus
C
briefconferentie
D
briefconnotatie

Slide 15 - Quiz

1 Afzender
2 Datum, plaats
3 Geadresseerde
4 Betreft
5 Aanhef
A
Bovenstaande is correct
B
Bovenstaande is niet correct

Slide 16 - Quiz

t.a.v. betekent...
A
ter attentie van
B
ter aankondiging van
C
ter aftelling van
D
te afhalen voor

Slide 17 - Quiz

Onderstaande zin is een goede zin om de zakelijke brief mee te starten:
Ik heet Renza van der Meulen en ben 18 jaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

In de sollicitatiebrief staan redenen waarom je solliciteert een toelichting waarom jij een goede kandidaat bent.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

In een nieuwsbrief voor externe lezers schrijf je..
A
formeel nieuws
B
informeel nieuws
C
formeel en informeel nieuws

Slide 20 - Quiz

Met vriendelijke groet
je
Groetjes
Akkoord gaan
Oké?
Formeel
Informeel

Slide 21 - Drag question

Onderstaand adres is juist geschreven:

Renza van der Meulen
Deimoslaan 11
1702 CK, Heerhugowaard
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

In welk onderdeel van een brief of e-mail mag je een afkorting gebruiken?
A
aanhef
B
inleiding
C
onderwerp
D
afsluiting

Slide 23 - Quiz

Wat is niet bepalend voor je schrijfstijl?
A
doel
B
publiek
C
relatie
D
emotie

Slide 24 - Quiz

Wat zet je boven een zakelijke brief?
A
afzender - geadresseerde - plaats, datum - betreft
B
afzender - geadresseerde - bijlage - plaats, datum
C
afzender - geadresseerde - plaats, datum - bijlage
D
afzender - betreft - geadresseerde - bijlage

Slide 25 - Quiz

Welke twee onderdelen zet je niet in je cv?

A
functieomschrijving en hobby's
B
hobby's en motivatie
C
motivatie en vaardigheden
D
motivatie en functieomschrijving

Slide 26 - Quiz