4 Basis Taalkwestie als / dan 6.2 grammatica

4 Basis 6.2 Taalkwestie als/dan
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4 Basis 6.2 Taalkwestie als/dan

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
Je leert dat je ALS gebruikt vergelijkingen
Je leert dat je DAN gebruikt bij een vergrotende trap
Je leert dat na als en dan altijd een persoonlijk voornaamwoord gebruikt wordt
Je leert dat je dat hoort als je de zin langer maakt met een werkwoord
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 2 - Slide

Een persoonlijk voornaamwoord
A
Kun je vervangen door een naam
B
kun je vervangen door een naam met -s
C
geeft het bezit aan
D
eindigt vaak met een W

Slide 3 - Quiz

Ik zie haar fietsen.
A
Haar is een bezittelijk voornaamwoord
B
Haar is een persoonlijk voornaamwoord

Slide 4 - Quiz

Dit is haar boek.
A
Haar is een bezittelijk voornaamwoord
B
haar is een persoonlijk voornaamwoord

Slide 5 - Quiz

Bezittelijk of persoonlijk?
Persoonlijk kun je vervangen door een naam.
Daar fietst zij.
Daar fietst Hermela.

Bezittelijk kun je vervangen door een naam + S.
Dit is zijn boek.
Dit is Rubens boek.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Een vergelijking           Vergrotende trap

Slide 8 - Slide

Vergelijking:
Je rent net zo snel als ik (ren)

Slide 9 - Slide

Vergrotende trap
Jij rent sneller dan ik (ren).

Slide 10 - Slide

Oefenen:
blz. 215 opdracht 6

Werk voor jezelf, dan weet je of je dit beheerst.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Doelen van deze les
Je leert dat je ALS gebruikt vergelijkingen
Je leert dat je DAN gebruikt bij een vergrotende trap
Je leert dat na als en dan altijd een persoonlijk voornaamwoord gebruikt wordt
Je leert dat je dat hoort als je de zin langer maakt met een werkwoord
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide