Instructie 3: India als Britse kolonie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wat is een kenmerk van het modern imperialisme?

1. Economische exploitatie van koloniën
2. Gelijkheid tussen landen
3. Versterking van lokale culturen
4. Afname van wereldwijde handel

Wat ontbreekt in een handelsmonopolie?

1. Concurrentie tussen aanbieders
2. Innovatie in producten
3. Regulering door de overheid
4. Veel vraag van consumenten

Wat is een gevolg van nationalisme in Azië?

1. Toenemende onafhankelijkheidsbewegingen
2. Vermindering van lokale culturen
3. Grotere afhankelijkheid van Europa
4. Stijgende militaire conflicten

Instructie 3: India als Britse kolonie

De Britten weten hun invloed in India steeds verder te vergroten. De Indiase bevolking komt tevergeefs in opstand. India wordt gebruikt voor het verkrijgen van grondstoffen en als afzetmarkt. 

Hoort bij: les 6, 7 & les 8

Leerdoelen instructie 3

33: Je kunt uitleggen dat het Britse handelsmonopolie in India voordelen had voor de Britse handelaren, maar ook voor de Indiase bevolking en de Indiase vorsten.

34: Je kunt de Britse handelswijze in India in de zeventiende eeuw, met factorijen en bania’s, beschrijven en verklaren.

35: Je kunt het verband uitleggen tussen de groeiende Britse macht en het ontstaan van wereldhandel en handelskapitalisme in de 18e eeuw.

36: Je kunt uitleggen waarom de macht van de Mogolvorsten verzwakte in de 18e eeuw.

37: Je kent de bepalingen van het Verdrag van Allahabad.

38: Je kunt uitleggen waarom India steeds belangrijker werd voor het Britse Rijk

Leerdoelen instructie 3 (vervolg)

41. Je kunt uitleggen welke rol de Britse Royal Navy en het Brits-Indische leger speelden om de controle over het Britse rijk en India te behouden en uit te breiden.

42. Je kunt uitleggen wie de Grote Opstand begon en wat de aanleiding was.

43. Je kunt uitleggen wat de andere oorzaken waren van de Grote Opstand.

44. Je kunt uitleggen waarom de opstand mislukte.

45. Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van de Grote Opstand.

46. Je kunt uitleggen Hoe de Britten India bestuurden.

Leerdoelen instructie 3 (vervolg)

49: Je kunt het verband tussen de industriële revolutie in Groot-Brittannië en de opkomst van het modern imperialisme in India uitleggen.

50: Je kunt het belang van de opening van het Suezkanaal voor de Britse handel uitleggen.

51: Je kunt de motieven voor de oprichting van het Indian National Congress noemen.

52: Je kunt uitleggen hoe het Britse gezag reageerde op de eisen van het INC.

Waarom is de ontwikkelingen in India als onderdeel van het Britse Rijk nog steeds relevant voor de wereld van vandaag?

Eerste handelscontacten

• Mogols-dynastie heerst over India vanaf begin 16e eeuw
  
• Handelscontacten met Portugal, de Republiek en Engeland
• Vraag uit Europa naar ruwe katoen, zijde, tapijten en stoffen
• Verkocht tegen bewerkt goud, zilver en porselein

LD: 33

Monopolie

• Oprichting East India Company
  
• Alleenrecht op handel met Azië
• Streven naar handelsmonopolie
• Verdragen sluiten, oorlog voeren
• Mogolvorst belooft Britten handelsmonopolie voor alle handel met Mogol-rijk, monopolie beschermd door samenwerking
• Britse factorijen langs de kust

LD: 33

Factorijen

• Engelsen bleven in factorijen; geen plantage- of vestiging
  
• Bania's; Indiase tussenpersonen, maakten afspraken met producenten in het binnenland en voor transport naar factorij
• Handel winstgevend voor telers, wevers en spinners in India

LD: 34

Handelsnetwerken

• Britten ruilen stoffen in Azië en Afrika tegen specerijen en slaven
  
• Goud en zilver afkomstig uit koloniën in Amerika
• Handel in katoen zorgt voor ontstaan wereldwijd handelsnetwerk op basis van handelskapitalisme
• Royal Navy beschermd handel

LD: 35

Mogols verliezen macht

• Vanaf 18e eeuw verminderde macht van Mogolvorsten
  
• Lokale vorsten sloten zelf verdragen met anderen
• Britse leger grijpt steeds vaker in
• Verdrag van Allahabad; in veroverde gebieden int East India Company de belastingen om het leger te bekostigen

LD: 36/37

India steeds belangrijker

• Amerikaanse onafhankelijkheid en ineenstorting suikerproductie in Jamaica en Barbados
  
• India steeds belangrijker voor de Britse economie en handel
• Indiase bania's vervangen door tussenpersonen van de EIC
• Britse invloed op binnenland neemt toe

LD: 38

Rituelen

• Belangrijkste religies India: hindoeïsme en islam
  
• Britten vinden rituelen vreemd
• Westerse, Britse normen en waarden moesten leidend worden
• Godsdienst, culturele gebruiken
• Weduweverbranding
• Veel Indiërs accepteren Brits gezag, Indiërs werken voor EIC

LD: 41

Aanleiding Grote Opstand

• Indiërs: opstand als religieuze gebruiken worden bekritiseerd
  
• Begin opstand in Brits-Indisch leger in 1857; officieren Brits, soldaten Indiërs uit alle regio's
• Nieuwe onderdelen voor geweren, gerucht dat deze waren ingesmeerd met vet van varkens (onrein) en koeien (heilig)

LD: 42/43

Begin van de Opstand

• Groep soldaten weigert onderdelen te gebruiken, worden gevangengezet
  
• Grote opstand breekt uit
• Opstandelingen breidt zich uit over grote delen India, nemen steden in zoals Delhi
• Veel Britten vermoord, mishandeld of gevangengezet

LD: 42/43

Gevolgen Grote Opstand

• Onderlinge verschillen tussen Indiase groepen te groot voor vorming sterke eenheid
  
• Britten slaan opstand neer in '58
• Moest iets veranderen
• Bestuur van kolonie onder direct gezag van Britse regering
• EIC verantwoordelijk voor dagelijkse gang van zaken

LD: 44/45

Britten nemen de macht over

• Reorganisatie Brits-Indisch leger 
  
• Per regiment niet te veel Indiërs uit dezelfde regio / religie
• Minder ruimte voor Indiase gewoonten en gebruiken
• Einde aan Mogol-dynastie; Britten nemen macht over
• Britse koningin Victoria tot keizerin Brits-Indië gekroond

LD: 46

Modern Imperialisme

• Industriële revolutie zorgt voor afnemende vraag naar Indiase stof, behoefte aan katoen (maar ook thee en tabak) nam snel toe
  
• India steeds meer een plantage kolonie, Britten bepalen productie
• India ook afzetgebied voor een deel van de stoffen, huisnijverheid in de problemen

LD: 49

Suezkanaal

• Aanleg spoornetwerk in India voor transport gewassen en producten
  
• Opening Suezkanaal zorgt voor snellere route GB-India (1869), hoeven niet meer om Afrika heen
• Britten kopen aandelen van Egypte, die zich (te) flink in de schulden hadden gestoken
• Sneller transport = hogere winst

LD: 50

Oprichting INC

• Ontstaan hogere klasse Indiërs met Britse opleiding en denkwijze
  
• Kritiek op ontbreken inspraak in het bestuur
• Universitair geschoolde Indiërs richten Indian National Congress op (INC); tegen economische uitbuiting en racistische eigenschappen van het bestuur

LD: 51

Angst voor zelfbestuur

• Britse bestuurders reageren afwijzend op INC; zij konden zichzelf niet zo goed besturen als de Britten dat konden
  
• Angst voor opkomend Indisch nationalisme; uitbreiden Britse macht stond altijd op eerste plaats
• 'Taak om wereld naar Brits model te vormen' 

LD: 52

Kies een kenmerkend aspect uit tijdvak 6, 7 en/of 8. Leg uit hoe dit kenmerkend aspect terug komt bij dit onderwerp.

Wat is de reden dat India in het begin geen plantage- of vestigingskolonie wordt?

Wat is de reden dat de Britten later wel besluiten om van India een plantage kolonie te maken?

Wat zijn de motieven waarom de Britse regering besluit het gezag in India over te nemen (van de EIC)?

Leg uit dat het ontstaan van het Indian National Congress past bij zowel de opkomst van het nationalisme als het modern imperialisme.

Welke dynastie heerste over India vanaf de 16e eeuw?

1. Sasaniden
2. Gupta
3. Maurya
4. Mogols

Wat was een doel van een factorij in India?

1. Oprichten van nieuwe plantages
2. Behoedzaam bosbeheer
3. Uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek
4. Handel met lokale bevolking

Wat was een oorzaak van de Grote Opstand?

1. Verlies van koloniale macht
2. De onafhankelijkheidsverklaring van India
3. De introductie van nieuwe geweren
4. Economische crises in Europa

Waarom was de opening van het Suezkanaal belangrijk voor Brits-Indië?

1. Verminderde de militaire aanwezigheid.
2. Verkortte de zeeweg naar India.
3. Bevorderde de landbouwproductie.
4. Verhoogde de handelsbelasting.

Waarom wees Britse bestuurders het Indian National Congress af?

1. Ze steunden de onafhankelijkheid van India
2. Het had geen invloed op de economie
3. Het was te duur om te organiseren
4. Ze vreesden voor politieke macht van Indiërs