Dit ga je doen:
1. Je beschrijft een dag uit je vakantie 2. begin door te vertellen welke dag;
3. beschrijf je bezigheden op die dag;
4. besteed aandacht aan zowel online als offline bezigheden;
5. je tekst bevat 100-150 woorden.
6. Klaar? Loop de tekst na op
7. Lever de tekst in bij je docent.
8. Echt klaar? --> lezen in
je leesboek.
Hier let je op bij het schrijven:
Hoofdletters:
Begint elke zin met een hoofdletter?
Hebben alle namen een hoofdletter?
Interpunctie:
Eindigt iedere zin met een punt, een uitroepteken of een vraagteken?
Zinnen:
Zijn mijn zinnen niet te lang?
Zijn mijn zinnen goed leesbaar?