Bijvoeglijk Naamwoord - Opdrachten

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord

1. Juist
2. Onjuist

Het bijvoeglijk naamwoord komt in het Spaans altijd voor het zelfstandig naamwoord

1. Juist
2. Onjuist

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
Una canción bonita

1. una
2. canción
3. bonita

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
Mi amiga es una chica muy guapa

1. amiga
2. es
3. chica
4. guapa

Wat is in deze zin het bijvoeglijk naamwoord?
Mi padre es simpático

1. mi
2. padre
3. es
4. simpático

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Un chico listo --> una chica ...

1. listos
2. listas
3. lista
4. listo

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Un coche rojo --> una bicicleta ...

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Una chica simpática --> un chico ...

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Unos chicos guapos --> unas chicas ...

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
El chico listo --> la chica ...

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Los chicos listos--> las chicas ...

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
El profesor triste --> la profesora ...

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Un coche azul --> una bicicleta ...

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
Unos coches azules --> unas bicicletas ...

Geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
los hermanos alegres --> las hermanas ...

Zet de hele zin in het meervoud.
Un coche rojo

Zet de hele zin in het meervoud.
la chica guapa

Zet de hele zin in het meervoud.
la madre inteligente

Zet de hele zin in het meervoud.
una mujer grande

Zet de hele zin in het meervoud.
el color gris

Zet de hele zin in het enkelvoud.
los padres alegres

Zet de hele zin in het enkelvoud.
las chicas graciosas