Par. 6.4 Strijd om de macht

De Middeleeuwen
Strijd om de macht
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Middeleeuwen
Strijd om de macht

Slide 1 - Slide

Planning
02/06 tot 07/06: Par. 6.2 Van nederzetting tot bisschopsstad
08/06 tot 14/06: Par. 6.3 Geloven in de middeleeuwse stad
15/06 tot 21/06: Par. 6.4 Strijd om de macht
22/06 tot 28/06: Par. 6.5 De stad bloeit op
29/06 tot 05/07: Par. 6.6 De stad als 'menseneter'

Slide 2 - Slide

Programma
1. Uitleg par. 6.4
2. Opdrachten maken en inleveren (weektaak)

Slide 3 - Slide

Leerdoel
1. Welke wereldlijke had de bisschop?
2. Waardoor verzwakte de macht van de bisschop?

Slide 4 - Slide

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen. 

  • Er waren veel kleine gebieden (zeventien gewesten), die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

  • In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas. Hij maakte de wetten.
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 5 - Slide

De bisschop wordt leenman
Geestelijken mogen niet trouwen en/of kinderen krijgen = celibaat
Dat kwam goed uit voor keizer Otto I, want de bisschoppen waren ook leenmannen. De keizer leende liever zijn gebied aan kinderlozen bisschoppen. Als de bisschop stierf, keerde het gebied terug naar de leenheer en hij koos zelf een opvolger.

Slide 6 - Slide

Bisschop van Utrecht
Een van de zeven katholieke bisdommen van de Nederlandse rooms-katholieke kerkprovincie.
 
 De aartsbisschop van Utrecht staat als aan het hoofd van de Nederlandse kerkprovincie.

De bisschop van Utrecht kreeg wereldijke macht: bestuursmacht over een gebied.
Dit gebied wordt ook wel het Sticht genoemd.

Slide 7 - Slide

Wereldijke macht
In 1024 werd de bisschop graaf van Drenthe. De graven en hertogen in het Sticht waren voortaan leenmannen van de bisschop.

Slide 8 - Slide

Sticht Utrecht wordt opgesplitst:
  • Niet alle edelmannen waren blij met de macht van de bisschop, ze kwamen in opstand
  • Holland, Gelre, Friesland en Groningen scheiden zich af
  • Sticht = Utrecht
  • Oversticht = Drenthe en Overijssel

Slide 9 - Slide

Investituur
  • Investituur: een plechtige benoeming
  • Om de macht te vergroten, benoemden Duitse keizers vanaf de 10e eeuw bisschoppen als vazal.
  • Meer trouwer aan de keizer en geen gevaar van erfzonen (vanwege het celibaat)

Slide 10 - Slide

Investituurstrijd
De keizer had niet langer de macht om bisschoppen te benoemen. 


Slide 11 - Slide

Stadsrechten
  • Utrecht kreeg zijn stadsrecht in 1122 van keizer Hendrik V. Dit verzwakte de macht van de bisschop.
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer
  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen. 

Slide 12 - Slide


Wie is de baas?
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) heten ook wel: magistraten

Slide 13 - Slide

Schout, schepenen en burgermeester
- Eigen bestuur 
- Schout = Baas van de "politie"
- Schepenen = Rechtbank die advies kreeg van een raad
- Burgermeester = voorzitter van de raad
- Bestuurden samen de stad
- Werden gekozen uit rijke burgers

Slide 14 - Slide

Gilden
Een organisatie voor ieder beroep

Bakkers, smeden, spinners, schoenmakers etc.

Slide 15 - Slide

Stedelingen krijgen meer invloed
  • De hertogen en graven probeerden de benoeming van een bisschop met geld of geweld te beïnvloeden. 
  • In 1274 hadden de gilden daar genoeg van. Ze grepen de macht in de stad en benoemden hun gildeleiders tot bestuurders!
  • Helaas werd de opstand neergeslagen...
  • In 1375 maakte de geestelijkheid, de adel en de belangrijkste steden mee gingen besissen in het Sticht.

Slide 16 - Slide

Opdrachten maken en inleveren
Maak de opdrachten van par. 6.4 in teams.

Slide 17 - Slide