What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
§3.5 Spelling
§3.5 Spelling
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
§3.5 Spelling
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen
Spelling
: je kan na deze les ook zwakke werkwoorden in de verleden tijd vervoegen
Meervoud
: je kan na deze les alle meervouden maken
Slide 2 - Slide
Aan het eind van deze les:
Kan ik
zwakke werkwoorden
in de
verleden tijd
zetten
Kan ik
meervouden
van
zelfstandige naamwoorden
vormen
Slide 3 - Slide
Bij een sterk werkwoord
A
Verandert de klank in de verleden tijd
B
Verandert de klank in de verleden tijd niet
Slide 4 - Quiz
Bij een zwak werkwoord
A
Verandert de klank in de verleden tijd
B
Verandert de klank in de verleden tijd niet
Slide 5 - Quiz
Zwakke en sterke werkwoorden
Bij een
sterk werkwoord
verandert de klank
in de verleden tijd (noemen we ook wel
onregelmatig
)
Bij een
zwak werkwoord
blijft de klank gelijk
in de verleden tijd (noemen we ook wel
regelmatig
)
Slide 6 - Slide
Zwakke en sterke werkwoorden
Dus:
Zwakke werkwoorden = regelmatig (verandert niet)
Sterke werkwoorden = onregelmatig (verandert wel)
Onthouden:
Sterk doet lekker wat die wil!
Slide 7 - Slide
Hoe moet je vervoegen
ik-vorm + te(n)/de(n)
Slide 8 - Slide
Lopen is een
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 9 - Quiz
Zwemmen is een
A
Regelmatig werkwoord
B
Onregelmatig werkwoord
Slide 10 - Quiz
Gebruiken is een
A
Zwak werkwoord
B
Sterk werkwoord
Slide 11 - Quiz
Dansen is een
A
Onregelmatig werkwoord
B
Regelmatig werkwoord
Slide 12 - Quiz
'
t S
e
X
y
F
o
KSCH
aa
P
Slide 13 - Slide
De verleden tijd van 'voelen' schrijf je met een
A
-t
B
-d
Slide 14 - Quiz
Want de '
l
' in voe
l
zit niet in '
t
s
e
x
y
f
o
ksch
aa
p
.
(Je voelt je
stembanden
wel
!)
Dus met een -d = voel
d
e(n), gevoel
d
Slide 15 - Slide
De verleden tijd van 'raken' schrijf je met een
A
-t
B
-d
Slide 16 - Quiz
Want de '
k
' in raa
k
zit in '
t
s
e
x
y
f
o
ksch
aa
p
.
(Je voelt je
stembanden niet
!)
Dus met een -t = raak
t
e(n), geraak
t
Slide 17 - Slide
Meervoud znw
Behalve meervoud op -en, -s en -'s ook...
Meervoud op -ën = klemtoon op laatste -ie
Meervoud op -n = klemtoon niet op laatste -ie
Latijn einde op -um = meervoud met (e)a
-icus = meetvoud met ici
Slide 18 - Slide
Huiswerk komt op
SOM
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Les 3 Grammatica 3.4/spelling 3.5
March 2021
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Spelling + Spelling ww. H3 klas 1H-1HV
January 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Spelling + Spelling ww. H3 klas 1H-1HV
February 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H3.5 werkwoorden in vt 2/ meervoud znw 2
January 2019
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Taalverzorging klas 2 (les 4)
November 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
zwakke werkwoorden in de verleden tijd
January 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1