Taalverzorging klas 2 (les 4)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Taalverzorging les 4

Lekker lezen

Mapje open op blz 10 voor de huiswerkcontrole.

Huiswerkbespreking

Bladzijde 10 tot en met 13.

Leerdoelen

Je kunt de persoonsvorm in de verleden tijd spellen.

Je kent het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden.

Verleden tijd

                                                                   Sterke werkwoorden

                                                                   Zwakke werkwoorden

Sterk werkwoord

Verandert in de verleden tijd van klank (bijv. loop - liep).

Zo simpel mogelijk schrijven (nooit DT!).

Zwak werkwoord

• Noteer in drie stappen:
• 1. ik-vorm noteren
• 2. +te of +de
• 3. +n bij meervoud

• Twijfel je bij stap 2? Gebruik 't sexy fokschaap!

Zwak of sterk?
Spelen

1. zwak
2. sterk

Zwak of sterk?
Bedenken

1. zwak
2. sterk

Zwak of sterk?
Bevriezen

1. zwak
2. sterk

Zwak of sterk?
Wandelen

1. zwak
2. sterk

Zwak of sterk?
Vliegen

1. zwak
2. sterk

Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd.

Vorig jaar ... (verhuizen) hij naar Hoorn.

Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd.
Gisteren … (ontmoeten) ik mijn stagebegeleider voor de eerste keer.

Schrijf de persoonsvorm verleden tijd.
Na enkele dagen ... (staken) de werknemers hun protestactie.

Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd.

De vliegtuigen ... (landen) net op tijd.

Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd.

Ik ... (rijden) vorig jaar naar het zuiden van Frankrijk.

Zelfstandig werken

Maak alles van de bladzijdes 14 tot en met 17.

Stappenplan voor de zwakke werkwoorden:

1. ik-vorm noteren

2. +te of + de ('t sexy fokschaap)

3. +n als het meervoud is