V5 vr 26 jan

Petronius
De weduwe van Ephese
rr. 25-41
1 / 19
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Petronius
De weduwe van Ephese
rr. 25-41

Slide 1 - Slide

ignota congrueert met consolatione
A
ja
B
nee
C
alleen op vrijdag

Slide 2 - Quiz

r.26: eadem congrueert met exhortatione
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

r.27: ancilla congrueert met odore
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

r.27: corrupta: wat is de bwb hierbij?
A
odore
B
vini odore
C
primum
D
donec t/m odore

Slide 5 - Quiz

r.27: ipsa
Citeer het woord dat hiermee een contrast vormt

Slide 6 - Open question

r.29: proderit
Geef de 1e ev praes. ind. act. (de woordenboekvorm)

Slide 7 - Open question

r.31: vis
Geef de 1e ev praes. ind. act. (woordenboekvorm)

Slide 8 - Open question

rr.32-33: ipsum t/m debet
'Zelfs het lichaam van de liggende moet je vermanen...'

De 'je' uit de vertaling is een:
A
jij
B
jou
C
jouw

Slide 9 - Quiz

rr.34 nemo t/m vivere
Er is hier sprake van een:
A
mening
B
feit
C
metafoor
D
syllogisme

Slide 10 - Quiz

rr. 34-35: Welke vorm hoort er niet bij?
A
mulier
B
abstinentia
C
sicca
D
passa

Slide 11 - Quiz

rr.35-36: Welke vorm hoort er niet bij?
A
passa est
B
frangi
C
prior
D
victa est

Slide 12 - Quiz

quibus blanditiis

vertaal je hier het best met:
A
met de vleierijen waarmee
B
welke vleierijen
C
die vleierijen
D
met de vleierijen

Slide 13 - Quiz

r.39: aggressus est
A
is aangevallen
B
heeft aangevallen

Slide 14 - Quiz

r.39: aggressus est

Wie is het OW?
A
de soldaat
B
de weduwe
C
de slavin

Slide 15 - Quiz

r.39: aggressus est

Al eerder werd er een dergelijke metafoor gebruikt. Waar? Geef de tekstregel.

Slide 16 - Open question

rr.39-41: conciliante t/m dicente
Wat is het OW in deze abl. abs.?

Slide 17 - Open question

r.39: castae

is:
A
gen. V ev.
B
dat. V ev
C
nom. V mv
D
voc. V ev

Slide 18 - Quiz

EINDE

Slide 19 - Slide