Examentraining 2023-2024

Examentraining 2023-2024
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examentraining 2023-2024

Slide 1 - Slide

Examen Aardrijkskunde
Vrijdag 17 mei 13:30 - 16:30

Slide 2 - Slide



Wat voor geograaf ben jij?

Slide 3 - Slide

Bronanalyse - stappenplan
  1.  Ga naar de genoemde bron
  2. Waar gaat de bron over? Bedenk voor jezelf wat er te zien is. Kijk naar de titel, de kleuren, de legenda, de tekst bij de cartoon. Let op getallen, % etc.!
  3. Tekstbron: lees de tekst door
  4. Onderstreep eventueel belangrijke onderdelen. Als de bron over een bepaald land of gebied gaat kun je ook de atlas pakken om de ligging te bepalen.
  5. Interpretatie; waar gaat de bron over, zie je bepaalde patronen, koppeling met de lesstof

Slide 4 - Slide

Vraaganalyse - stappenplan (1)
  1.  Lees eerst de hele opgave door en de bronnenDan heb je al een globaal beeld waar de opgave over gaat en wat er van je gevraagd wordt. Het voorkomt dat je te impulsief en onvolledig antwoordt.
  2. Lees dan de 'Kop van de vraag' van de eerste vraag. Deze bevat vaak informatie ter inleiding van het probleem. Daarmee word je ‘op het spoor gezet’. Let op begrippen, tegenstellingen, specifieke omstandigheden etc.
  3. Onderstreep belangrijk elementen en probeer deze te koppelen aan je kennis over het onderwerp.
  4. Lees dan de vraagzin. Hierin staat aangegeven wat er van je verwacht wordt. Het belangrijkste zijn de signaalwoorden. Dat zijn aanwijzingen voor het beantwoorden van de vraag

Slide 5 - Slide

Vraaganalyse - stappenplan (2)
  • Twee soorten signaalwoorden
  1. Eisen van het antwoord; denk hierbij aan woorden als: beschrijf, geef aan/benoem, leg uit, verklaar, beredeneer, beargumenteer en beoordeel
  2. Inhoudelijk; richting geven aan het antwoord. Demografisch, sociaal-cultureel, politiek, fysisch, situatiebeschrijving en gebiedskenmerken

  • Leer goed op schaalniveau's en dimensies
  • Leer goed de basisbegrippen als sociaal / regionale ongelijkheid, centrum/periferie/semi-periferie

-> onderstreep de signaalwoorden en koppel aan je eigen kennis

Slide 6 - Slide

Formuleren - stappenplan (1)
  1.  Kijk naar de eisen van het antwoord (signaalwoorden). 

  • Geef / benoem (oorzaken, redenen, voorbeelden etc). Dit kunnen korte antwoorden zijn. Let op de punten, vaak krijg je 1 punt per antwoord
  • Leg uit / verklaar. Hier moet je antwoorden in een aantal stappen. Let op de punten. Vaak oorzaak en gevolg

Slide 7 - Slide

Formuleren - stappenplan (2)
Kijk naar de eisen van het antwoord (signaalwoorden)


  • Beredeneer
Hier moet je antwoorden in een aantal stappen. Let op de punten, vaak krijg je per stap 1 punt. 
Vaak is de situatie uit de vraag/bron/atlas en het gevolg van de situatie.

  • Beschrijf
Hier moet je antwoorden in een aantal stappen. Let op de punten. 1 punt per stap

Slide 8 - Slide

Formuleren - stappenplan (3)
2. Begin je antwoord met een deel uit de vraag of eindig hiermee.
De eerste reden is ... en de tweede reden is....
De oorzaak voor ontbossing is .... en het gevolg is ....
Of je zet van te voren streepjes (antwoord net als de volgorde in de vraag) of schrijft oorzaak: / gevolg:

3.Geef niet meer antwoord dan nodig
Geef niet meer redenen, voorbeelden dan gevraagd.
Geef elke reden die je schrijft een nummer

->Op het examen wordt alleen het gevraagde aantal nagekeken

Slide 9 - Slide

Formuleren - stappenplan (4)
4. Schrijf naar de volgorde van de vraag
b.v geef een economische en politieke reden. Neem deze volgorde dan ook over in je antwoord. Of geef duidelijk aan dat je eerst een politieke reden noemt door politiek: op te schrijven. Doe je dit niet dan kijken we na in de volgorde van de vraag. Beginnen met politiek en dit niet goed aangeven is fout.


Slide 10 - Slide

Formuleren - stappenplan (5)
5. Gebruik de bronnen / kaarten in je antwoord
Bijvoorbeeld op kaart 33 is te zien dat.... Eerst goed beschrijven van wat je op de bron/kaart zien, dit levert vaak al een puntje op.
Gebruik de door jou in de stof geleerde begrippen / theorieën zeker bij vragen als verklaar of leg uit.

6. Leg een begrip kort uit of gebruik begrippen in je antwoord
Als uit je antwoord blijkt dat wat in een vraag genoemd begrip betekend levert dit al vaak een punt op. Gebruik de door jou in de stof geleerde begrippen / theorieën zeker bij vragen als verklaar of leg uit.

Slide 11 - Slide

Formuleren - stappenplan (6)
7. Schrijf duidelijk en in correcte zinnen
Wees concreet en voorkom onduidelijke, vage antwoorden:
Er is een ontwikkeling te zien -> De afgelopen jaren is het BNP..
Ze zijn -> De arbeiders uit de mijnen..
De ITCZ is verschoven -> In juli ligt de ITCZ ten noorden van..

8. Wees geografisch correct
Gebruik geen termen als zomer en winter maar benoem de maanden. Denk hierbij om verschil tussen NH en ZH! Benoem dit ook. 
Links van Amsterdam ligt een zee -> ten westen van Amsterdam ligt de Noordzee

Slide 12 - Slide