What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
dinsdag 18 januari
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
regels en straf
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema:
regels en straf
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Slide
daarom
om die reden
synoniemen: hierdoor, daardoor, dus
Zin:
De leerlingen hadden niet goed opgelet, daarom maakten zij de toets niet goed.
Zin:
De aarde wordt warmer, daarom smelten de gletsjers.
Slide 2 - Slide
dankzij
na dit woord komt de oorzaak van iets positiefs
synoniem: door
Zin:
Dankzij de complimenten voelde ik mij heel goed en ging door met studeren.
Zin:
Dankzij de bijen groeien de bloemen en planten goed.
Slide 3 - Slide
discussiëren
een gesprek voeren
waarbij ieder zijn mening geeft.
met elkaar
van gedachten wisselen
de discussie =
het gesprek
met verschillende meningen
werkwoord: ik discussieer, ik discussieerde, ik heb gediscussieerd
Zin:
In de klas discussiëren wij met elkaar over de klassenregels.
Zin:
Als je discussieert is het belangrijk dat je luistert naar de ander.
Slide 4 - Slide
volgend(e)
iets wat
erna
komt
iets wat
na iets
komt
volgend
e
Zin:
Let goed op bij het woord volgend op 'daarom'.
Zin:
Na januari is februari de volgende maand.
Slide 5 - Slide
weggooien
iets verwijderen wat je niet meer wilt hebben
weg doen
Zin:
'Je moet je rommel
weggooien
in de vuilnisbak!' zei de docent.
Zin:
Ik
gooi
mijn afval natuurlijk netjes
weg
, dat is een regel.
Slide 6 - Slide
Wat bedoel je met het woord
daarom ?
A
een opmerking over iets
B
een reden van iets
C
een oorzaak van iets
Slide 7 - Quiz
Ik zet de wekker niet, daarom kom ik te laat op school.
Wat is de reden dat ik te laat op school kom?
A
Omdat ik te laat op school kom.
B
Omdat ik de wekker niet zet.
Slide 8 - Quiz
Met het woord
dankzij
bedoel je iets dat .................... is.
A
positief
B
negatief
Slide 9 - Quiz
Mijn docent heeft mij Nederlands geleerd, dat vind ik fijn.
Door wie komt het dat je goed Nederlands kunt lezen?
A
Dankzij de buurman
B
Dankzij mijn docent
C
Dankzij mijn klasgenoot.
D
Dankzij mezelf.
Slide 10 - Quiz
Waar zie je hier mensen die discussiëren?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Vul het goede woord in:
Ik vind ........................een goede manier om elkaars meningen te horen.
A
fluisteren
B
schreeuwen
C
discussiëren
D
spreken
Slide 12 - Quiz
Bij welke zin begrijp je het woord
volgende?
A
De maand na december is januari.
B
De maand mei komt voor juni.
Slide 13 - Quiz
Is het woord 'volgende' iets wat
erna of ervoor komt?
ervoor
erna
Slide 14 - Poll
Kijk en luister naar het filmpje.
Kies daarna welk woord erbij hoort.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Welk woord hoort bij het filmpje?
Kies het beste antwoord.
A
winkelen
B
bewaren
C
weggooien
D
kopen
Slide 17 - Quiz
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden:
volgende
weggooien
discussiëren
daarom
dankzij
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Dinsdag 20 december 2022
December 2022
- Lesson with
26 slides
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhalingstoets Nederlands
December 2020
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
HET SOLLICITATIEGESPREK_studentenjob
June 2022
- Lesson with
29 slides
PAV
Secundair onderwijs
Het sollicitatiegesprek
July 2024
- Lesson with
22 slides
PAV
Secundair onderwijs
3.15.1 Schrijfstrategieën: notities nemen
January 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalbeschouwing juni oefenen
14 days ago
- Lesson with
27 slides
Taal
Lager onderwijs
Thema 11: De leerlingen communiceren passend in verschillende situaties
May 2022
- Lesson with
35 slides
Opvoedkunde
Secundair onderwijs
2OK Zelftoets T5T6
February 2023
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Secundair onderwijs