Weer en Klimaat: 1.2: Klimaten

Je kent de kenmerken van het weer en de neerslag in Nederland.
Je kunt de juiste informatie halen uit weerkaarten.
Je weet welke klimaatkenmerken Nederland heeft.
Je kan een klimaatgrafiek van Nederland aflezen.
Je begrijpt hoe de klimaatfactoren invloed hebben op ons klimaat.
Uitleg met LessonUp
Aardrijkskunde
maken opdracht blz. 24-25
opdracht 1 t/m 6
Hoe ging de les? (proces)
Wat heb je geleerd? (doel)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Je kent de kenmerken van het weer en de neerslag in Nederland.
Je kunt de juiste informatie halen uit weerkaarten.
Je weet welke klimaatkenmerken Nederland heeft.
Je kan een klimaatgrafiek van Nederland aflezen.
Je begrijpt hoe de klimaatfactoren invloed hebben op ons klimaat.
Uitleg met LessonUp
Aardrijkskunde
maken opdracht blz. 24-25
opdracht 1 t/m 6
Hoe ging de les? (proces)
Wat heb je geleerd? (doel)

Slide 1 - Slide

Vorige les
Je kent de kenmerken van het weer en de neerslag in Nederland.
Je kunt de juiste informatie halen uit weerkaarten.

Slide 2 - Slide

Leerdoel deze les
Je weet welke klimaatkenmerken Nederland heeft.

Je kan een klimaatgrafiek van Nederland aflezen.

Je begrijpt hoe de klimaatfactoren invloed hebben op ons klimaat.

Slide 3 - Slide

Klimaat-kenmerken
Gematigd zeeklimaat

1) Koele zomers
2) Zachte winters
3) Neerslag in alle seizoenen

Slide 4 - Slide

Breedteligging
1 zonnestraal = evenveel warmte

Hoe dichter bij de evenaar, 
hoe kleiner het oppervlak.

Slide 5 - Slide

Invloed van de zee
Links: aflandige wind
Rechts: aanlandige wind

Slide 6 - Slide

Type oppervlak
Het ene type oppervlak wordt sneller warm dan het andere.

Asfalt en stoeptegels worden sneller warm. Maar ook akkers.

Slide 7 - Slide

De wind
De wind bepaalt vooral de gevoelstemperatuur.

Vooral langs de Nederlandse kust kan het veel meer waaien.

Slide 8 - Slide

Vragen? :-)

Slide 9 - Slide

Aan de slag:
LB blz 24-25

Maak nu opdracht: 1 t/m 6

Gebruik voor opdracht 2 het bronnenblad.

Slide 10 - Slide

Lesafsluiting
Hoe ging de les? (proces)

Wat heb je geleerd? (doel)

Is er huiswerk?

Slide 11 - Slide

Je weet welke klimaatkenmerken Nederland heeft.
Je kan een klimaatgrafiek van Nederland aflezen.
Je begrijpt hoe de klimaatfactoren invloed hebben op ons klimaat.
Je kunt de klimaatkenmerken van Nederland en Spanje vergelijken.
Je kunt met behulp van klimaatgrafieken het klimaat in Nederland en Spanje beschrijven.
Uitleg met LessonUp
Aardrijkskunde
maken opdracht blz. 24-25
afmaken opdracht 1 t/m 6
Hoe ging de les? (proces)
Wat heb je geleerd? (doel)
Afmaken van de opdrachten indien nodig

Slide 12 - Slide

Vorige les
Je weet welke klimaatkenmerken Nederland heeft.
Je kan een klimaatgrafiek van Nederland aflezen.
Je begrijpt hoe de klimaatfactoren invloed hebben op ons klimaat.



Slide 13 - Slide

Klimaat-kenmerken
Gematigd zeeklimaat

1) Koele zomers
2) Zachte winters
3) Neerslag in alle seizoenen

Slide 14 - Slide

Klimaat-
factoren
dit zijn redenen waarom dit klimaat er is.

1) Breedteligging
2) Invloed van de zee
3) Type oppervlak
4) De wind

Slide 15 - Slide

Leerdoel deze les
Je kunt de klimaatkenmerken van Nederland en Spanje vergelijken.
Je kunt met behulp van klimaatgrafieken het klimaat in Nederland en Spanje beschrijven.

Slide 16 - Slide

4 klimaten
In Spanje komt er niet 1, maar 4 klimaten voor!
1) Mediterraan klimaat of Middellands Zeeklimaat
2) Steppeklimaat
3) Hooggebergteklimaat
4) Gematigd zeeklimaat

Welke komt ook in Nederland voor?

Slide 17 - Slide

Kenmerken: minder neerslag dan bij gematigd zeeklimaat, droge zomer.
Middellands Zeeklimaat

Slide 18 - Slide

Kenmerken: nog minder neerslag dan langs de kust
Steppeklimaat

Slide 19 - Slide

Kenmerken: Stuwingsneerslag, veel invloed vanuit Atlantische Oceaan.
Gematigd zeeklimaat

Slide 20 - Slide

Kenmerken: hele jaar heel koud.
Hooggebergteklimaat

Slide 21 - Slide

Vragen? :-)

Slide 22 - Slide

Lesafsluiting
Hoe ging de les? (proces)

Wat heb je geleerd? (doel)

Is er huiswerk?

Slide 23 - Slide

Aan de slag:
LB blz 24-25

Maak nu opdracht: afmaken opdracht 1 t/m 6

Klaar?
Besteed je tijd nuttig (ander vak), of
pak een ak-opdrachtje


Slide 24 - Slide