Les 6 - Online

 Theorieles 6

Leereenheid 17A
Activeren van cliënten 



1 / 16
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

 Theorieles 6

Leereenheid 17A
Activeren van cliënten 



Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les...
Heb jij alle theorie opgefrist die wij in de afgelopen lessen hebben behandeld (Aan de hand van een quiz).


Slide 2 - Slide

Sleep de juiste doelgroep naar de juiste levensfase
0 - 1,5 jaar
1,5 - 4 jaar
6 - 12 jaar
4 - 6 jaar
25 - 67 jaar
Vanaf 67 jaar
12 - 25 jaar
Kleuter
Baby
Peuter
Jongere
Ouderen
Volwassene
Schoolkind

Slide 3 - Drag question

Maakt je onafhankelijk van anderen 
gaat het erom in hoeverre je jezelf kunt redden
zelfredzaamheid
zelfstandigheid

Slide 4 - Drag question

Wat is een voorbeeld van een vaste dagelijkse activiteit?
A
Knutselopdracht
B
Buiten spelen
C
Kiesmoment
D
Eetmoment

Slide 5 - Quiz

Wat is het doel van een (dagelijkse) activiteit die in een groepsverband worden gedaan in een dagbesteding centrum met ouderen?
A
Een kans ook om leuke contacten op te doen
B
Tijd doden
C
Gezelligheid

Slide 6 - Quiz


A
Het trainen van de geestelijke, lichamelijke of sociale functies.
B
stimuleren en onderhouden van wat nog goed gaat
C
Gezelligheid
D
Ervoor zorgen dat de ouderen sportiever worden

Slide 7 - Quiz

Bij dagbesteding is aandacht voor dagelijkse activiteiten, hobbytraining, geheugentraining en ontspanning.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Is dit een dagelijkse activiteit?
A
Ja, dit is een dagelijkse activiteit
B
Nee, dit is geen dagelijkse activiteit

Slide 9 - Quiz

Wat is zelfredzaamheid?
A
Zelfredzaamheid is dat de zorgverlener bepaald wat er gebeurd
B
Zelfredzaamheid is het zichzelf redden met zo min mogelijk professionele ondersteuning en zorg.
C
Zelfredzaamheid heeft alleen te maken met het zelfstandig wassen en aankleden
D
Zelfredzaamheid is niet van toepassing bij mensen die corona hebben

Slide 10 - Quiz

Zelfredzaamheid geldt alleen voor ouderen
A
niet waar
B
waar

Slide 11 - Quiz

Hoe stimuleer je zelfredzaamheid van ouderen?
A
Door de juiste hulpmiddelen aan te bieden
B
Door ouderen te stimuleren tempo te maken
C
Door eenvoudige taal te gebruiken
D
Door ouderen weinig hulp aan te bieden

Slide 12 - Quiz


A
fijne motoriek
B
grove motoriek

Slide 13 - Quiz

Welke motoriek zie je?
A
Fijne motoriek
B
Grove motoriek

Slide 14 - Quiz

Voor kralen rijgen heb je nodig:
A
grove motoriek
B
fijne motoriek

Slide 15 - Quiz

Vragenrondje
- Hoe ver zijn jullie met de leereenheid?

Slide 16 - Slide