Woche 11

V6du7 Duits, Woche 11

Beginopdracht

Diese Woche:

Dienstag (80 Min.)

Toets Schweigeminute

Donnerstag (40 Min.)

Basisgrammatica

Montag (40 Min.)

Examenbundel: 

G4 t/m G9

Schreiben: Brief 1 + 3 van Teil 3

Laatste vragen Schweigeminute

Basisgrammatica

1. Werkwoorden

2. Zelfstandige naamwoorden

3. Naamvallen (incl. bijvoeglijke naamwoorden)

4. Voegwoorden

1. Werkwoorden

- congruentie

- haben/sein/werden + modale werkwoorden moeten goed gaan

- zwakke werkwoorden: esttenten

- denk eraan wat je in het Nederlands wil zeggen (vooral bij verleden tijd) 

2. Zelfstandige naamwoorden

1. hoofdletters niet vergeten!!! 

2. vaste regels bij uitgangen (mnl./vrl. dieren/personen, uitgang -e, -in, -ung, -heit, -keit, -schaft etc., verkleinwoord -chen/-lein)

3. twijfel over geslacht? -> zie woordenboek

4. meervoudsvorm: zie woordenboek

3. Naamvallen

3. Naamvallen

3. Naamvallen

3. Naamvallen - stappenplan

1. Welk schema heb je nodig? Gaat het om de der- of ein-groep?

2. Geslacht van het znw: m, v, o of mv?

3. Voorzetsel?

ja --> zaagsmen bv (+3) of dofegub (+4) of haaninvuuz (+3/4)

nee --> dan moet je de zin ontleden: onderwerp (1), meewerkend voorwerp (3) of lijdend voorwerp (4)

4. Haal de uitgang uit het juiste schema.

Werkwoorden met vaste naamvallen

+3e naamval	+4e naamval
jdm helfen/geben/schreiben/ zeigen/antworten/danken begegnen/gefallen/raten/ gratulieren/ kondolieren/	erzählen/schreiben/nach-denken über
es geht jdm gut (es geht mir gut/geht's dir gut etc.)	denken/schreiben/glauben/sich erinnern an...
	sich verlieben in
	warten/antworten/achten/ sich freuen auf/Lust haben auf