20 december

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Hulpboek blz. 34 opdr. 14 en 15, t/m regel 16. 
  • Vervolg opdr. 15
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken Hulpboek blz. 34 opdr. 14 en 15, t/m regel 16. 
  • Vervolg opdr. 15

Slide 1 - Slide

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Open question

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Slide

Hulpboek blz. 103
Ergon 9.


Slide 4 - Slide

1 Ὁ Ἀπόλλων τοῖς ἀνθρώποις παρέχει τὸ φῶς.
  • onderwerp 
  • Ὁ Ἀπόλλων
  • lijdend voorwerp 
  • τὸ φῶς
  • meewerkend voorwerp 
  • τοῖς ἀνθρώποις
  • Apollo geeft de mensen het licht.

Slide 5 - Slide

2. Ταῖς θεαῖς θηρία θύουσιν αἱ γυναῖκες.
  • onderwerp
  • αἱ γυναῖκες
  • lijdend voorwerp
  • θηρία
  • meewerkend voorwerp
  • Ταῖς θεαῖς
  • De vrouwen offeren dieren aan de godinnen.

Slide 6 - Slide

3 Τὸ δεῖπνον ἡ μήτηρ παρασκευάζει τῷ τέκνῳ.
  • onderwerp
  • ἡ μήτηρ
  • lijdend voorwerp
  • Τὸ δεῖπνον
  • meewerkend voorwerp
  • τῷ τέκνῳ 
  • De moeder maakt de maaltijd klaar voor het kind.

Slide 7 - Slide

4 Μετὰ τὴν μάχην τὰ ὅπλα τοῖς υἱοῖς καθαίρει ὁ πατήρ.
  • onderwerp
  • ὁ πατήρ
  • lijdend voorwerp
  • τὰ ὅπλα
  • meewerkend voorwerp
  • τοῖς υἱοῖς
  • De vader maakt na het gevecht de wapens schoon voor zijn zoons.

Slide 8 - Slide

5 Τὴν ἀσπίδα καὶ τὸ δόρυ παρέχει ὁ Ζεὺς τῇ Ἀθηνᾷ.
  • onderwerp
  • ὁ Ζεὺς
  • lijdend voorwerp
  • Τὴν ἀσπίδα καὶ τὸ δόρυ
  • meewerkend voorwerp
  • τῇ Ἀθηνᾷ
  • Zeus geeft het schild en de lans aan Athena.

Slide 9 - Slide

Hulpboek blz. 98-99
Ergon 4.


Slide 10 - Slide

HELDEN


Taalboek blz. 42
Hulpboek blz. 34.

Slide 11 - Slide

Opdracht 14
  • a + b eigen verwerking.
  • c Ἡ Μέδουσα Γοργών/ Περσεύς (Medusa en Perseus)
  • d Medusa is (een Gorgo,) een vreselijk monster: Γοργών ἐστιν, δεινὸν τέρας;
  • Perseus is (een held en) zoon van Zeus: ὁ ἥρως ὁ τοῦ Διὸς υἱός
  • e Bijvoorbeeld de woorden: vreselijk monster, doden, angst, dapperheid, gevleugelde, afhakken en zwaard.

Slide 12 - Slide

Ἡ Μέδουσα Γοργών ἐστιν, δεινὸν τέρας.

Slide 13 - Open question

Ἀντὶ γὰρ τριχῶν ἐχίδνας ἔχει καὶ τοῖς ὀφθαλμοῖς
κτείνει πάντας, ὅσοι βλέπουσιν εἰς τὸ πρόσωπον
αὐτῆς.

Slide 14 - Open question

Φόβῳ οὖν οἱ ἄνθρωποι φεύγουσιν ἐκ τῆς τῶν Γοργόνων χώρας.

Slide 15 - Open question

Ἀλλ᾽ ὁ ἥρως Περσεύς, ὁ τοῦ Διὸς υἱός, τὴν ἀρετὴν φαίνειν ἐθέλει τοῖς θεοῖς καὶ τοῖς ἀνθρώποις·

Slide 16 - Open question

τὴν γὰρ Μέδουσαν κτείνειν ἐθέλει.

Slide 17 - Open question

Οὕτω δὲ βοηθεῖ τοῖς τῆς χώρας
ἀνδράσιν καὶ ταῖς γυναιξὶν καὶ τοῖς παισίν.

Slide 18 - Open question

Οἱ δὲ θεοὶ τῷ τοῦ Διὸς υἱῷ βοηθοῦσιν.

Slide 19 - Open question

Ἡ γὰρ Ἀθηνᾶ τῷ ἥρωι τὴν ἀσπίδα παρέχει·

Slide 20 - Open question

στίλβει δὲ ἡ ἀσπὶς ὡς κάτοπτρον.

Slide 21 - Open question

Ὁ δ᾽ Ἅιδης τὴν κόρυθα παρέχει τῷ Περσεῖ·

Slide 22 - Open question

εἰ δ᾽ ὁ Περσεὺς τὴν κόρυθα ἐν τῇ κεφαλῇ φέρει, ἀφανής ἐστιν.

Slide 23 - Open question

Ὁ δ᾽ Ἑρμῆς τῷ τοῦ Διὸς παιδὶ τὰ ὑπόπτερα σάνδαλα παρέχει.

Slide 24 - Open question

Ὁ δὲ Περσεὺς μάλα χαίρει τοῖς δώροις.

Slide 25 - Open question

Καὶ πελάζει ὁ Περσεὺς τῇ Μεδούσῃ, ἀφανὴς τῇ
τοῦ Ἅιδου κόρυθι.

Slide 26 - Open question

Βλέπει δ᾽ εἰς τὸ δεινὸν τέρας ἐν τῇ ἀσπίδι, ὡς ἐν κατόπτρῳ·

Slide 27 - Open question

οὕτω γὰρ οὐκ εὐθέως εἰς τὸ τῆς Γοργόνος πρόσωπον βλέπει.

Slide 28 - Open question

Ὡς δὲ τάχιστα ὁ ἥρως ἐγγύς ἐστιν, ἀποκόπτει
τὴν τῆς Μεδούσης κεφαλὴν τῇ μαχαίρῃ.

Slide 29 - Open question

Ἔπειτα δὲ τοῖς τοῦ Ἑρμοῦ σανδάλοις φεύγει ὡς τάχιστα.

Slide 30 - Open question

Ἀντὶ δὲ τῆς τῶν θεῶν βοηθείας ὁ Περσεὺς τὴν τῆς Μεδούσης κεφαλὴν παρέχει τῇ Ἀθηνᾷ.

Slide 31 - Open question


Slide 32 - Open question

Opdracht 13
  • a Eigen verwerking. Bijvoorbeeld: Superman of Spiderman (strip & film), Lady Gaga ofPink (muziek), Lionel Messi (voetbal), Rafael Nadal (tennis).
  • b Eigen verwerking. Bijvoorbeeld: de sporthelden halen veel overwinningen, zijn buitengewoon goed in hun sport; de strip/filmhelden hebben bovenmenselijke kracht of kunnen bijvoorbeeld vliegen; muziekhelden zijn buitengewoon getalenteerd en schrijven/spelen muziek die tijdloos is. Samengevat: zij kunnen dingen die normale mensen niet kunnen.
  • c De Griekse helden hebben een plek in de Griekse religie en dat is bij ‘moderne’ helden niet zo.

Slide 33 - Slide

Aan het werk.
  • Leer de vetgedrukte woorden op Taalboek blz. 27,  29, 31, 41 en 43.
  • Lees Taalboek blz. 42
  • Maak Hulpboek blz. 34, opdr. 15, af.

Dit is ook huiswerk. 

Slide 34 - Slide

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 35 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 36 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 37 - Open question