Mittwoch, den 21. Mai

• Duits
• MBO
• Studiejaar 1

Planung der Stunden

1. Stunde:

• Planung 
• Selbständige Arbeit (Reader)

+ üben 'Ontvangstfase' + verblijfsfase (mündlich)

2. Stunde:

• Dialoge kontrollieren
• Quiz

Planung

Woche 7.1      (Ontvangstfase + menukaart)

Woche 7.2    (Verblijfs- en afscheidsfase)

Woche 7.3    (Rekening + Toets ,,Im Service")

Woche 7.4    (Deadline + Gespräche üben im Unterricht)

An die Arbeit!

Rekening + Toets ,,Im Service"

(Zwischendurch üben wir)

Rekening: vanaf blz. 23 |   Toets ,,Im Service": vanaf blz. 24

10 Minuten

Verblijfase

Maak de zin af:

Möchten Sie jetzt ......?

1. bestellen
2. aufnehmen

Stelling:

,,Eis ist eine Vorspeise"

1. Richtig
2. Falsch

Suppe ist eine Vorspeise

1. Richtig
2. Falsch

Stelling:

Eine Käseplatte ist ein Zwischengang

1. Richtig
2. Falsch

Vertaal:
"Haben Sie schon gewählt?"

1. Heeft u al besteld?
2. Heeft u al gekozen?
3. Heb je al gekozen?
4. Heeft u al gegeten?

Vertaal:
"Mag ik uw bestelling, alstublieft?"

1. Kann ich bitte Ihre Bestellung haben?
2. Kann ich bitte deine Bestellung haben?

Vertaal:
,,Wat wilt u bestellen?"

1. Was möchtest du bestellen?
2. Was möchten Sie bestellen?

Vertaal:
,,Möchten Sie einige Informationen zur Speisekarte haben?"

1. Wilt u informatie over de menukaart hebben?
2. Wilt u de vertaling van de menukaart hebben?

Vertaal:
"Wat wilt u drinken?"

1. Was möchtest du trinken?
2. Was möchtet ihr trinken?
3. Was möchten Sie trinken?
4. Was möchte ich trinken?

Vertaal:
"Eet smakelijk"

Vertaal:
,,Abräumen"

Vertaal:
,,Ist alles nach Wunsch?"

Vertaal:
,,Sind Sie fertig?"

Afscheidsfase

Vertaal:
,,Ich bringe Ihnen die Rechnung sofort!"

1. Ik breng u meteen de rekening!
2. Ik breng u straks de rekening!

Vertaal:
"Tot ziens"

1. Bis Morgen
2. Auf Wiedersehen

Vertaal:
"Hoe wilt u betalen?

1. Wie möchtest du bezahlen?
2. Was möchten Sie verdienen?
3. Wie möchten Sie rechnen?
4. Wie möchten Sie bezahlen?

Vertaal:
,,Der Besuch"

Vertaal:
,,Die Rechnung"

Vertaal:
,,Das Wechselgeld"