VISIE

1 / 10
next
Slide 1: Video
VisieHoger onderwijs

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Wat betekent visie?

Slide 2 - Mind map

Visie 
  • de wijze waarop men iets ziet, de kijk op, de mening over een bepaald onderwerp
  • iedereen heeft een visie (al dan niet duidelijk uitgesproken)
  • een uitgangspunt voor ons denken en doen
  • hangt samen met normen en waarden
  • kunnen veranderen omdat de mens zelf ook steeds veranderd = dynamisch  

Slide 3 - Slide

Hoe wordt een visie gevormd?

Slide 4 - Open question

Beïnvloedingskanalen 
Een mening heb je niet zomaar.

Je zult een goed gefundeerde mening kunnen ontwikkelen door bijvoorbeeld:
  • ervaring op te doen,
  • door naar anderen te kijken en te luisteren,
  • door naar je eigen gevoel te luisteren (geweten),
  • door kennis te verzamelen,
… enz.

Dit noemen we beïnvloedingskanalen.
Via deze kanalen wordt er dus een mening gevormd.
Als je deze mening (voor jezelf) kunt omschrijven en op grond van die ideeën handelt, kan je spreken over een visie. 








Slide 5 - Slide

Waarom is het ontwikkelen van een visie belangrijk in het verpleegkundige beroep?

Slide 6 - Open question

Visie bij verpleegkundige beroepsuitoefening

Bij de uitoefening van het verpleegkundig beroep is het ‘bewust verlenen van zorg’ een sleutelbegrip.
 

De keuzes die de verpleegkundige beroepsbeoefenaar maakt, hebben steeds betrekking op:
  • mensvisie
  • visie op gezondheid en ziekte,
  • visie op zorg
  • visie op verpleegkunde
De keuzes die gemaakt worden inzake mensbeeld, gezondheid en ziekte, zorg en verpleegkunde vormen de basisfilosofie van het verplegen.

Tijdens het uitvoeren van de verpleegkunde is het noodzakelijk verantwoording te kunnen afleggen, aansprakelijk te kunnen zijn voor het handelen. Daarbij is het van groot belang de eigen keuzes inzake mensbeeld, gezondheid en ziekte, zorgverlening en verpleegkunde te kunnen verwoorden. 






Slide 7 - Slide

Ik kon de vragen goed beantwoorden.
Ja
Nee

Slide 8 - Poll

Basisstelling 1: de mens is uniek
Basisstelling 2: de mens is een relationeel wezen
Basisstelling 3: het leven verloopt onomkeerbaar in één richting
Basisstelling 4: het leven is gekenmerkt door een zeker mate van orde/structuur
Basisstelling 5: de mens wordt gekenmerkt door de bekwaamheid tot abstraheren, het vermogen van verbeelding, gebruiken van taal, het denken, voelen, weten
De verpleegkundige moet aandacht schenken aan de mens in zijn geheel en niet alleen aan de ziekte, aan één orgaan of behandeling. 
De verpleegkundige mag geen scheiding maken tussen somatische en niet-somatische aspecten van de hulpverlening, want elke ziekte heeft invloed op de totaliteit namelijk op het fysische, sociale, existentiële en psychische zijn. 
De verpleegkundige moet de zorgvrager leren kennen als een uniek persoon, door naar hem te luisteren, hem te helpen zijn gevoelens bespreekbaar te maken (empathie). 
De verpleegkundige moet de zorgvrager benaderen als een individu (zorgen aanpassen, informatie aanpassen) en de zorgvrager aanvaarden zoals hij is (verdraagzaamheid  goedkeuren), wat betekent dat elke zorgvrager respectvol moet benaderd worden. 
De verpleegkundige moet rekening houden met vroegere ervaringen van de zieke: deze ervaringen liggen in één lijn met het heden, blijven een rol spelen, kunnen niet worden uitgewist, zijn bepalend voor de huidige ervaringen.  
Navraag naar de voorgeschiedenis van de zorgvrager moet dan ook bij elke opname gebeuren.  
De zorg moet gericht zijn op de toekomst: ook ervaringen uit het heden zullen in de toekomst een rol spelen. Zo is het aangeraden om tijdens een opname reeds aandacht te schenken aan de tijd die na het ontslag komt.  
De verpleegkundige moet de zorgvrager helpen om zich aan te passen aan nieuwe situaties die met zijn gezondheid of ziekte te maken hebben. 
Voorspelbaar gedrag (vanuit gekende patronen) is niet noodzakelijk effectief gedrag. Daarom zal men opletten niet te vlug te veralgemenen vanuit stereotypen. 
Een verpleegkundige kan ‘aanpassing’ niet opleggen. 
De verpleegkundige zal rekening houden met de verruiming van de objectieve realiteit door de subjectieve beleving. 
Eenzelfde objectieve gebeurtenis wordt door elk persoon anders beleefd, zodat een verpleegkundige te maken krijgt met telkens een andere belevingswereld. 
De verpleegkundige zal streven naar een gelijkwaardige relatievorm in elk type hulpverlening waarbij de zorgverlening uitgaat van de zorgbehoeften van deze individuele zorgvrager. 
Een zieke kan nooit los gezien worden van zijn concrete situatie: zichzelf, zijn familie, zijn omgeving.  
De relaties van de zorgvrager in de gezondheidszorg kunnen ingedeeld worden in persoonlijke en functionele relaties. 
• Persoonlijke relaties zijn gekenmerkt door het feit dat men kiest voor de persoon met wie men in relatie treedt.
• Functionele relaties worden aangegaan omwille van de functie die iemand vervult.
Zorgvragers komen naar het ziekenhuis met persoonlijke relaties. In de gezondheidszorg moeten zorgvragers met veel mensen functionele relaties aanknopen. 
De verpleegkundige zorg moet gezien worden in samenhang met zijn sociale milieu: een hospitalisatie, een ziekte, zet de persoonlijke relaties van de zieke onder druk. De relaties worden emotioneel belast door het feit dat het lijden van de ander ook een persoonlijk lijden wordt. Zowel voor de zorgvrager als voor de ander is dit het geval. Relaties kunnen door ziekte en hospitalisatie sterk onder druk komen te staan omdat de eisen die met de relatie verbonden zijn, toenemen. 
De functionele relatie verpleegkundige-zorgvrager zal de ervaring met de gezondheidszorg beïnvloeden: het al of niet aanwezig zijn van vertrouwen, het vermogen tot empathisch reageren, het tonen van begrip en respect, het kunnen afstand houden en nabij zijn. Het zijn allemaal kenmerken van een goede functionele relatie die nodig zijn om in alle omstandigheden goed zorg te leveren. 
Relaties kunnen een grote therapeutische betekenis hebben. Samen het lijden dragen, kan voor de zorgvrager zeker een grote emotionele ondersteuning vormen. Ook in verband met zingeving spelen die relaties een grote rol.

Slide 9 - Drag question

Wat zou de lessen visie interessant maken?

Slide 10 - Open question