NIeuwsbegrip A Griepepidemie

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Lesplan

1. Voorkennis ophalen met het jeugdjournaal

2. Tekst voorbereiden 

- woordenschat

- tekst bekijken

- sleutelvragen bespreken.

4. Aan de slag

5. Vragen bespreken.

Doel van de les

Ik weet wat een epidemie is

Ik kan antwoorden opschrijven in hele zinnen.

We kijken nu het Jeugdjournaal

Vragen

Nu komen er drie vragen over het Jeugdjournaal.

 

Let goed op en succes!

Wat is een epidemie?

1. Als iemand een klein beetje ziek is
2. Iemand die ziek is
3. Als je hoge koorts hebt
4. Als een ziekte plotseling meer voorkomt dan daarvoor

Welke mensen kunnen een
griepprik krijgen? (2 juist)

1. Iedereen
2. Mensen die ook een andere ziekte hebben
3. Mensen boven de 60 jar
4. Huisdieren

Wat gebeurt er als je griep hebt? (2 juist)

1. Dan moet je veel huilen
2. Je krijgt dan vaak koorts, hoofdpijn en spierpijn.
3. Dan is het beschermlaagje van je keel en longen, het slijmvlies, ontstoken
4. Dan voel je je niet zo lekker maar je kan wel naar school

Het virus

De expert

De epidemie

Besmettelijk 

We kijken naar de tekst

Tekst niveau A en niveau B

Sleutelvragen

Aan de slag

1. Lees de tekst alinea voor alinea

2. Geef antwoord op de sleutelvragen in hele zinnen! 

2. Kijk naar de woorden bij opdracht 2 en onderstreep die in de tekst met een markeerstift. 

3. Klaar?  Geef het aan en je krijgt nog een vervolgopdracht 

Afsluiting

- hoe vond je dat het bij jou ging?

wat ging goed en wat doe je de volgende keer anders?