What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling: verenkelen en verdubbelen
Spelling: verenkelen en verdubbelen
1 / 6
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Lager onderwijs
This lesson contains
6 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling: verenkelen en verdubbelen
Slide 1 - Slide
Welke zin is juist?
1. Jij hebt een rommelige bureau!
2. Jij hebt een romelige bureau!
zin 1
zin 2
Slide 2 - Poll
Welke zin is juist?
1. Dat is een gemeene uitspraak
2. Dat is een gemene uitspraak
zin 1
zin 2
Slide 3 - Poll
Welke zin is juist?
1. Het is noodzaakelijk dat je er bent.
2. Het is noodzakelijk dat je er bent.
zin 1
zin 2
Slide 4 - Poll
Welke zin is juist?
1. Gaan we buiten eten?
2. Gaan we buitten eten?
zin 1
zin 2
Slide 5 - Poll
Welke zin is juist?
1. Welke vaken volg jij?
2. Welke vakken volg jij?
zin 1
zin 2
Slide 6 - Poll
More lessons like this
VERENKELEN / VERDUBBELEN
March 2022
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Les 2: Rome en Romeins Tongeren
December 2022
- Lesson with
24 slides
by
Gallo-Romeins Museum
Wereldoriëntatie
Gallo-Romeins Museum
Lager onderwijs
Gallo-Romeins Museum
VERENKELEN EN VERDUBBELEN
March 2025
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Spelling - Verdubbelen, verenkelen en gewoon schrijven
March 2024
- Lesson with
17 slides
Spelling - Thema 6 D1
February 2025
- Lesson with
13 slides
Lager onderwijs
Spelling 1LB - 11/05
May 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling 4, 5 en 6
February 2022
- Lesson with
23 slides
Other languages
Secondary Education
open gesloten lettergreep
January 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Lager onderwijs