Intervisie

Intervisie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Intervisie

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het eind van de les kun je:

  • Uitleggen wat het begrip intervisie inhoudt;
  • Uitleggen wat het doel is van intervisie;
  • Uitleggen wat voorwaarden zijn om intervisie succesvol te maken.

Slide 2 - Slide

Programma 
  • Warming up;
  • Uitleg over intervisie:
        - begrip
        - doel
        - spelregels
        - werkwijze incidentmethode en roddelmethode
  • Terugblik.

Slide 3 - Slide

Wat doe je als je tegen een knelpunt
aanloopt in je werk?

Slide 4 - Mind map

Ik heb al eens aan een intervisie bijeenkomt meegedaan
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Wat is intervisie?

Intervisie is een manier om van én met elkaar te leren door, op methodische wijze, een praktijkvraag vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. 

Slide 6 - Slide

Wat is intervisie?
- Samenwerkingsvorm voor professionals;
- In groepsverband kijken naar een probleem/knelpunt;
- Methode, gespreksvorm met casusinbrenger;
- Ontwikkelingsgericht leren van situaties.

Slide 7 - Slide

Het doel van intervisie
  • Het verhelderen van een knelpunt of situatie;
  • Het ontdekken van handelingsalternatieven;
  • Het op peil houden of verbeteren van het professionele     functioneren.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Spelregels
  1. Zorg voor veiligheid en vertrouwelijkheid;
  2. Ga respectvol met elkaar om;
  3. Er is geen hiërarchie, iedereen is gelijk;
  4. Iedereen volgt de gekozen methodiek;
  5. Ondersteunen, niet overtuigen;
  6. De begeleider doet niet inhoudelijk mee.

Slide 10 - Slide

incidentmethode
  • introductie: de inbrenger beschrijft kort en feitelijk de situatie en de vraag
  • probleemverkenning:de groepsleden nemen -even in stilte- tijd om hun vragen te noteren. Feiten verzamelen door open vragen te stellen.
  • Analyse: Wat is de kern van het probleem.
  • Adviesronde: Ieder groepslid formuleert een advies voor de inbrenger.
  • Afronding:  De inbrenger geeft aan welke adviezen hem aanspreken en waarom

Slide 11 - Slide

Introductie
  • De inbrenger heeft de vraag, probleem zelf meegemaakt.
  • Het probleem is actueel. De vraag is dus in het hier- en nu

Slide 12 - Slide

Welke vragen roept dit bij je op?
Schrijf voor jezelf (muv de inbrenger) 3 vragen op, om meer inzicht te krijgen in het probleem
(Formuleer open vragen, wie, wat, waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe, hoeveel etc)

Slide 13 - Slide

De andere groepsleden schrijven vragen op die ze willen stellen om meer inzicht te krijgen.

Slide 14 - Slide

Probleemverkenning

  • Open vragen stellen (Wie, wat waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe, hoeveel), doorvragen mag
  • interpreteren, oordelen of suggereren niet!
  • de inbrenger moet zijn eigen kijk op de werkvraag zoveel mogelijk achterwege laten
  • Het gaat om feiten.
  • De inbrenger mag zijn eigen gekozen oplossing/aanpak nog niet vertellen

Slide 15 - Slide

Analyse 
  • De inbrenger ziet toe en luistert, er mogen geen vragen meer worden gesteld aan de inbrenger
  • De groep bespreekt met elkaar hoe zij de situatie zien, er wordt gediscussieerd over de vraag. (welke oorzaken heeft ieder ontdekt, welke aanleidingen zijn er, hoe is de rol van de probleem inbrenger, hoe zijn de omgevingsfactoren?)
  • Probeer met de groep tot een paar kernproblemen te komen
  • De factoren die een rol spelen worden geanalyseerd.
  • De groepsleden formuleren de kern van het probleem

Slide 16 - Slide

Oplossingen 
  • Ieder groepslid schrijft voor zichzelf op: 'Wat zou ik doen en WAAROM?'

Slide 17 - Slide

Oplossingen 
  • Ieder groepslid leest haar advies voor, zonder dat er commentaar wordt geleverd door anderen!
  • De probleeminbrenger vertelt daarna hoe zij handelde in de situatie en/of wat zij zich heeft voorgenomen om te gaan doen

Slide 18 - Slide

Iedereen leest de eigen oplossing voor, geen commentaar, de inbrenger luistert. 

Slide 19 - Slide

Inbrenger vertelt wat zijn/hij gedaan heeft of zich voorgenomen had om te gaan doen.

Slide 20 - Slide

Afronding 
  • Vergelijken van de oplossingen. Alleen positieve feedback! niet oordelen, interpreteren of suggereren.
  • Heeft de inbrenger behoefte aan een reactie op hoe de intervisie is verlopen?
  • Is het probleem te verbreden naar andere problemen uit de werksituatie van de deelnemers? 
  • De inbrenger geeft aan hoe hij na alle oplossingen nu zou handelen rondom de werkvraag
  • Andere vragen/opmerkingen?

Slide 21 - Slide

Uitleg roddelmethode
stap 1: Inbreng  > De inbrenger introduceert zijn vraag of ervaring.
stap 2: Vragen stellen > De andere deelnemers stellen verhelderende vragen. Ze stellen open vragen zodat ze een goed beeld krijgen van de situatie en de ervaring.
stap 3: Roddelen  > De inbrenger gaat buiten de kring zitten, zo dat hij de andere deelnemers goed kan horen maar geen oogcontact kan maken. Hij maakt aantekeningen van wat hij hoort, wat hem opvalt, wat hem raakt. Hij bemoeit zich helemaal niet met het gesprek van de andere deelnemers. De deelnemers “roddelen”  over de inbrenger.
stap 4: Reactie van de inbrenger
stap 5 Evaluatie > Wat heeft deze werkwijze de inbrenger opgeleverd? (en anderen)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide