Javascript Quiz 4

Quiz
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ICTMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Quiz

Slide 1 - Slide

Op welke manier vindt output niet plaats in JavaScript?
A
input.value;
B
alert();
C
console.log();
D
document.write();

Slide 2 - Quiz

Wat is het resultaat van document.innerHTML = '<p>Hallo</p>'?
A
Het verandert de opmaak van de inhoud naar een alinea met de tekst 'Hallo'.
B
Het vervangt de inhoud van het element door een nieuwe alinea met de tekst 'Hallo'.
C
Het verwijdert de inhoud van het element.
D
Het voegt de tekst 'Hallo' toe aan de bestaande inhoud.

Slide 3 - Quiz

Wat is de bedoeling van
commentaar in JavaScript?
A
Compileren van de code
B
Uitschakelen van de code
C
Verbergen van de code
D
Verduidelijken van de code

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste syntax voor het toevoegen van commentaar in 1 regel JavaScript?
A
// Dit is een commentaar
B
/* Dit is een commentaar
C
// Dit is een commentaar */
D
/ Dit is een commentaar /

Slide 5 - Quiz

Wat is het datatype voor tekst in JavaScript?
A
Number
B
Boolean
C
String
D
Object

Slide 6 - Quiz

Kun je een string combineren met een nummer?
A
Nee, dat kan niet
B
Ja, met de * operator
C
Ja, met de - operator
D
Ja, met de + operator

Slide 7 - Quiz

Welk teken gebruik je voor het sluiten van een Array?
A
)
B
x
C
]
D
'

Slide 8 - Quiz

Welke operator wordt gebruikt om waarden toe te wijzen aan variabelen?
A
$
B
!
C
#
D
=

Slide 9 - Quiz

Wat doet de prompt() functie?
A
Toont een invoerveld aan gebruiker
B
Toont een foutmelding
C
Toont een bevestigingsvenster
D
Geeft een willekeurig nummer

Slide 10 - Quiz

Welke functie toont een dialoogvenster voor input?
A
log()
B
prompt()
C
alert()
D
confirm()

Slide 11 - Quiz

Welke operator controleert op gelijke waarden en type?
A
==
B
-
C
=
D
===

Slide 12 - Quiz

Hoe roep je de functie myFunction aan?
A
myFunction;
B
myFunction();
C
call myFunction();
D
call myFunction;

Slide 13 - Quiz

Welk sleutelwoord gebruik je voor een variabele met een vaste waarde?
A
let
B
const
C
define
D
var

Slide 14 - Quiz

Wat is het resultaat van "3" + 4 in JavaScript?
A
7
B
3
C
34
D
4

Slide 15 - Quiz

Met welk teken open je een object?
A
<
B
{
C
[
D
(

Slide 16 - Quiz

Voorbeeld van een object
const persoon = {
    naam: "Jan",
    leeftijd: 30,
    beroep: "Programmeur"
};
Hier opent het accolade-teken { het object, en het sluit met }.

Slide 17 - Slide

Welk HTML event activeert JavaScript bij het klikken?
A
onchange
B
onclick
C
onload
D
onhover

Slide 18 - Quiz