SOVA 4

• Burgerschapskunde
• Basisschool
• Groep 4-8

Overkoepelende thema:

Samen Groeien

Benodigdheden voor deze les:

- Deze les

- Het 'samen groeien' boekje. 

Kopiëren via:  https://www.canva.com/design/DAGpALjDgsY/M3MtqLRWHg08LE1wbtZYCQ/edit?ui=eyJEIjp7IlAiOnsiQiI6ZmFsc2V9fX0 

- Potlood of pen

DOEL

"Vandaag gaan we iets meer leren over luisteren naar elkaar. Kijk maar eens mee naar de doelen op het bord..."

VOORKENNIS

"Denk eens na. Op welk moment in jouw leven voelde jij dat iemand écht naar jou luisterde? Wat kun je daar allemaal over vertellen? Bespreek in twee (of drie)tallen de vragen op het bord. Je krijgt 3 minuten."

Na 3 minuten.

Bespreek de vragen kort. Gebruik vragen als:

"Wat is er bij jullie uitgekomen? Wanneer voelde jouw maatje dat iemand écht naar hem/haar luisterde? Waar kwam dat door? Hoe kunnen wij er dus voor zorgen dat iemand zich gehoord voelt?"

INTRO

"Luister eens naar het volgende verhaal.

Leen werd 's morgens wakker. Hij had heerlijk geslapen. Maar nu moest hij echt opstaan. Hij stond op en ging naar de keuken, maakte wat te eten en te drinken klaar. Terwijl hij dat opat las hij een boek. Na het eten ging hij naar de badkamer, nam een douche en poetste zijn tanden. Toen Leen helemaal klaar was ging hij naar school toe."

Stel n.a.v. dit verhaal vragen als:

"Waar was Leen toen dit verhaal begon?"

*

"Ging Leen toen hij wakker werd naar beneden?"*

"Ging Leen na het eten naar de hal of naar boven?"*

* Als het goed is kunnen de leerlingen de vragen niet beantwoorden, want de antwoorden zijn niet genoemd in het verhaal. De leerlingen interpreteren de vragen vanuit hun situatie. Misschien was het huis van Leen wel gelijkvloers. Of misschien sliep hij wel op de bank. 

INSTRUCTIE

"Als je luistert naar iemand ben je meestal stil! Maar toch ben je als het goed is actief! Je luistert namelijk actief! Dat betekent dat je er voor zorgt dat je goed luistert en soms even vraagt of je iets goed begrepen hebt: Dus, als ik het goed begrijp bedoel je dat....?. En als je actief luistert kun je ook terug vertellen wat diegene net aan jouw vertelt heeft."

GESPREK

"Dat gaan we eens proberen. Straks ga je in twee (of drie)tallen actief naar elkaar luisteren. Eén van jullie gaat een verhaal vertellen, het hoeft niet echt gebeurd te zijn. De ander luister 40 seconde in stilte. Na 40 seconde heeft de luisteraar tijd om 30 seconde nog vragen te stellen. Als de 30 seconde om zijn gaat de luisteraar het verhaal terug vertellen. De verteller luistert of het klopt. Als dat allemaal gelukt is, gaan we omdraaien en mag de ander beginnen met vertellen."

Na die tijd:

"Lukte het om actief te luisteren? Merkte je dat het makkelijker was om terug te vertellen wat de ander vertelt had? Je was aan het luisteren, maar toch was je actief."

OPDRACHT

"Nu heb je actief geluisterd naar degene naast je. Maar nu ga je ervoor zorgen dat je ook actief gaat luisteren naar iemand die je eigenlijk niet zo goed kent. Dat betekent dat je straks iemand in de klas opzoekt die je eigenlijk (bijna) nooit spreekt. Aan deze persoon ga je vragen stellen. Je stelt in ieder geval de vragen die op het bord staan, maar je mag ook meer vragen stellen. In je boekje staat een beetje ruimte waar je informatie kan neerzetten. Als je genoeg weet van de ander draai je de rollen om en gaat de ander jouw interviewen. 

Als iedereen geweest is gaan we elkaar voorstellen, maar dat vertel ik straks. Nu krijg je eerst 6 minuten de tijd om iemand te interviewen. Succes!

Na 6 minuten

"Zo, de tijd is om! Ga allemaal op je eigen plek zitten en luister maar hoe we verder gaan.

Jullie hebben nu allemaal iemand wat beter leren kennen en gaan nu diegene voorstellen aan de klas. Bijvoorbeeld: Ik heb net gehoord dat ...(naam) elke morgen om 6 uur al opstaat om een schaaltje vla te eten. Daarna belt ze altijd met haar vriendin. Ze vindt het belangrijk om naar elkaar te luisteren in een vriendschap en tijd voor elkaar te hebben...."

Neem de tijd om iedereen kort aan het woord te laten (max 20 sec. per persoon)

VERWERKING

"Geef nu antwoord op de vragen in jouw 'samen groeien' boekje. Je krijgt hier 5 minuten de tijd voor. Ben je eerder klaar? Dan maak je een bijpassende tekening in je boekje"

AFSLUITING

"Straks komt één iemand voorin in de klas zitten, met zijn/haar ogen dicht. Daarna wijs ik (leerkracht) iemand aan die naar voren komt en die persoon aantikt. 

De persoon met de gesloten ogen vraagt: 'Wie klopt er aan mijn deur'. De aanklopper zegt met een verdraaide stem: 'Ik ben ....(vertelt één ding over zichzelf). Mag ik binnenkomen?' Nu moet degene met gesloten ogen raden wie er aanklopte."