evenwichten zuur/base

6.5 evenwichten
- Je leert wat een dynamisch evenwicht en een evenwichtsreactie is.
- Je leert hoe je een evenwichtsreactie aflopend kunt maken.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

6.5 evenwichten
- Je leert wat een dynamisch evenwicht en een evenwichtsreactie is.
- Je leert hoe je een evenwichtsreactie aflopend kunt maken.

Slide 1 - Slide

6.5 evenwichten
- Je leert wat een dynamisch evenwicht en een evenwichtsreactie is.
- Je leert hoe je een evenwichtsreactie aflopend kunt maken.

Slide 2 - Slide

weet je nog? 'magische' beeldjes kunnen het weer voorspellen

Slide 3 - Slide

hoe werkt het?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

2 vrijwilligers?!
voor een kleine demonstratie

Slide 6 - Slide

dynamisch evenwicht
Het systeem is in beweging, maar de hoeveelheid water in het vat blijft gelijk. 
snelheid in = snelheid uit

of in een reactie:
snelheid heen = snelheid terug

Slide 7 - Slide

chemisch evenwicht

dubbele pijl = heen en terug verloopt tegelijkertijd
Als je H2 en N2 in een vat worden doet, wordt er NH3 gevormd. 
Een deel van de NH3 wordt weer terug omgezet.

Als snelheid heen = snelheid terug, is het evenwicht bereikt
er is dan N2, H2 en NH3 aanwezig in het vat.

Slide 8 - Slide

Als het evenwicht is bereikt, veranderden de concentraties van de stoffen niet meer. 

Maar dat betekent niet dat ze gelijk zijn aan elkaar (50/50)
Het kan best zijn dat er uiteindelijk nog maar 10% van H2 over is.
Als er nog maar heel weinig van de beginstoffen over is, zeg je het evenwicht ligt naar rechts

Slide 9 - Slide

In een buis stelt zich het volgende evenwicht in (zie reactie). Is in de evenwichtstoestand even veel N2O4 als NO2 aanwezig?

Slide 10 - Open question

Je voegt 1 mol N2O4 in een buis. Als het evenwicht is bereikt is 0,1 mol NO2 gevormd. Naar welke kant ligt het evenwicht?

Slide 11 - Open question



stelling: In de evenwichtstoestand vinden er geen reacties meer in de buis plaats. Juist? Onjuist?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Als sorbinezuur wordt opgelost in water is slechts een klein deel geïoniseerd. De groeivertragende werking hangt af van de pH van het voedingsmiddel waaraan het sorbinezuur wordt toegevoegd. In voedingsmiddelen die een pH hoger dan 7 hebben, is het niet werkzaam. Het evenwicht van de reactie bij a verschuift dan helemaal naar rechts.

Leg uit of de groeivertragende werking moet worden toegeschreven aan sorbinezuurmoleculen of aan sorbaationen.
Antwoord
Als bij hogere pH het evenwicht helemaal naar rechts verschuift, zijn er geen sorbinezuurmoleculen meer, alleen nog maar sorbaationen. Omdat de stof werkzaam is bij voedingsmiddelen met een pH onder de 7, moeten het dus de sorbinezuurmoleculen zijn die zorgen voor de groeivertragende werking.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide