H7.4 Evenwichten

H7.4 Evenwichten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7.4 Evenwichten

Slide 1 - Slide

Vraag 16 van H7.2

Slide 2 - Slide

Vraag 16 van H7.2

Slide 3 - Slide

Leerdoelen H7.4 Evenwichten
  • uitleggen wat wordt verstaan onder evenwichtsreacties;
  • de begrippen insteltijd en homogeen en heterogeen evenwicht toelichten;
  • voor een gegeven evenwichtsreactie de concentratiebreuk en de evenwichtsvoorwaarde opstellen;
  • berekeningen aan een evenwicht uitvoeren met behulp van een overzichtstabel;
  • uitleggen wat een verdelingsevenwicht en een oplosevenwicht is.

Slide 4 - Slide

Wel of geen evenwicht
Aflopende reactie: chemische reactie die in één richting verloopt
A + B --> C + D

Slide 5 - Slide

Evenwichten

Slide 6 - Slide

Voorbeeld Evenwicht

Slide 7 - Slide

Evenwichten
Voor een (chemisch) evenwicht is het nodig dat een chemische reactie tegelijkertijd in twee richtingen kan verlopen: een heengaande en een teruggaande reactie.
 
Zulke omkeerbare reacties leiden in een gesloten reactievat tot een zogenaamd (dynamisch) chemisch evenwicht: heen- en teruggaande reacties verlopen tegelijkertijd, maar wel met dezelfde reactiesnelheid.

Slide 8 - Slide

Evenwichten
Voorbeeld van een evenwichtsreactie:
 N2 (g) + 3 H2 (g) ⇌ 2 NH3 (g)
Snelheid van de heengaande reactie s1
Snelheid van de teruggaande reactie s2
Evenwicht: s1 = s2
Concentraties van de stoffen veranderen niet meer.
Alle stoffen N2, H2 en NH3 zijn in het reactievat aanwezig, maar niet perse in gelijke hoeveelheden.


Slide 9 - Slide

Evenwicht

Slide 10 - Slide

Evenwicht

Slide 11 - Slide

Evenwicht
Homogeen evenwicht
Beginstoffen en reactieproducten in dezelfde toestand: (gasvormig en/of opgelost) 2 SO2 (g) + O2 (g) ⇌ 2 SO3 (g)
Heterogeen evenwicht
Beginstoffen en reactieproducten in verschillende toestand
  PCl5 (s) ⇌ PCl3 (g) + Cl2 (g)

Slide 12 - Slide

Concentratiebreuk Q
Voor elk chemisch evenwicht kunnen we een concentratieverhouding noteren tussen reactieproducten en beginstoffen: concentratiebreuk (symbool: Q)

Slide 13 - Slide

Evenwichtsconstante
Als de evenwichtstoestand is bereikt, veranderen de concentraties van de betrokken stoffen niet meer.
  De concentratiebreuk heeft dan een constante getalswaarde: Q = K (waarde hangt af van T)
Evenwichtsvoorwaarde: 

Slide 14 - Slide

Evenwichtsconstante
In de concentratiebreuk /evenwichts-voorwaarde staan alleen gassen en opgeloste stoffen. Stoffen waar het begrip concentratie op van toepassing is.
(Vaste stoffen en het oplosmiddel staan dus niet in de vergelijking).

Slide 15 - Slide

Rekenen aan evenwichten
Je begint met 4,0 mol NO en 3,0 mol O2. In de evenwichtstoestand is 1,8 mol NO2 ontstaan.
Bereken de concentratie van alle aanwezige stoffen in de evenwichtstoestand.


Slide 16 - Slide

Rekenen aan evenwichten

Slide 17 - Slide

Rekenen aan evenwichten

Slide 18 - Slide

Rekenen aan evenwichten

Slide 19 - Slide

Rekenen aan evenwichten

Slide 20 - Slide

Rekenen aan evenwichten

Slide 21 - Slide

Rekenen met K
Beschouw het evenwicht:
N2O4 ⇌ 2 NO2

In een reactie vat van 1,0 L brengt men 2,0 mol N2O4
Bij de heersende temperatuur geldt K = 10.
Bereken de samenstelling van het evenwichtsmengsel.


Slide 22 - Slide

Rekenen aan evenwichten

Slide 23 - Slide

Rekenen aan evenwichten

Slide 24 - Slide

Rekenen aan evenwichten

Slide 25 - Slide

Rekenen aan evenwichten

Slide 26 - Slide

Huiswerk
Maak de volgende opdrachten:
Leer HS7.5 (blz. 234-238)
Maak de vragen 31 t/m 41 (blz. 238-240)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.

Slide 27 - Slide